Medeorganisator Mitchell Esajas van de expositie ‘Manspasi’ werd in Nederland op Koningsdag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Sommigen vinden dit niet goed, en hebben zelfs hun onderscheiding teruggestuurd uit protest. Een ander deel heeft ook geprotesteerd bij Kanselarij der Nederlandse Orden en zij overwegen ook hun decoratie terug te sturen.
Esajas is een Nederlandse antropoloog met Surinaamse roots. Hij is heel actief als één der leiders van The Black Archives, een centrum dat de geschiedenis van zwarte Nederlanders verzamelt. Urban collective, Black lives Matter en Kick Out Zwarte Piet zijn ook organisaties waar hij aan deelneemt.
Esajas zegt tegen NRC, dat hij geconfronteerd wordt met zowel negatieve als positieve reacties. Hij vindt het “zorgwekkend en problematisch” dat sommigen hem en anderen zien als mensen die erop uit zijn om de Nederlandse cultuur te vernietigen.
“Als mensen meer historisch besef hadden en kennis van de koloniale geschiedenis, dan zouden ze denk ik meer openstaan voor andere geluiden en perspectieven”, zegt Esajas tegen NRC. De decoratie is volgens de woordvoerder van de Kanselarij tot stand gekomen, omdat Esajas “gedurende een lange tijd vele activiteiten heeft ontplooid, waarmee hij van waarde is voor een grote groep mensen”.
Manspasi in het Nationaal Archief Suriname, is een samenwerking tussen het archief, Naks en The Black Archives. Esajas ziet het als een leerproces, waarbij gelijke rechten en gelijkwaardigheid voor eenieder wordt nagestreefd
De tentoonstelling en archieven laten zien dat er een heel lange geschiedenis bestaat van emancipatiebewegingen in Suriname, Nederland en andere landen, die altijd met elkaar verbonden was en is in solidariteit.
“Sommige mensen denken dat de eigen cultuur, taal en religie minderwaardig zijn en dat Europees en westers beter zijn. Dat we – zoals Anton de Kom dat zegt – niet genoeg geloven in onszelf”, maakt Esajas duidelijk. De expo is verlengd tot en met 12 mei in plaats van te eindigen op 28 april.