In reactie op recente berichtgeving over vermeende bevoordeling binnen regeringsbesluiten, heeft het Kabinet van de President vrijdag een uitgebreide verklaring uitgebracht. De afgelopen dagen zijn uitgelekte documenten uit de Raad van Ministers onderwerp geweest van publieke discussie, waarbij zorgen geuit werden over mogelijk ongeoorloofd voordeel voor bepaalde ambtsdragers.
Het kabinet erkent de ontstane onrust en benadrukt dat alle besluiten zorgvuldig en volgens de wettelijke procedures worden genomen. “Transparantie is de zuurstof van democratisch bestuur,” stelt het kabinet in de verklaring. “Wanneer die transparantie wordt betwijfeld, lijdt het vertrouwen van ons allen daaronder.”
Om die reden wordt openheid van zaken gegeven over de besluitvorming in deze overgangsfase. Volgens het kabinet doorlopen alle besluiten drie lagen van controle: advies vanuit de vakministeries, juridische toetsing door de landsadvocaat en collectieve besluitvorming in de Raad van Ministers.
Bij signalen van juridische onduidelijkheid of belangenverstrengeling worden besluiten onmiddellijk geschorst. Daarnaast is er sinds 2020 een integriteitscode van kracht voor bewindslieden, die in 2023 is aangescherpt. Deze verplicht onder meer tot openbaarmaking van belangen, stemmingsonthouding bij belangenverstrengeling en extern toezicht.
“Als er aanwijzingen zijn van overtredingen, gaan die linea recta naar het Openbaar Ministerie,” aldus de verklaring. Om helderheid te krijgen over het lekken van vertrouwelijke documenten, heeft het Kabinet van de President het OM verzocht een onafhankelijk feitenonderzoek uit te voeren. Dat onderzoek richt zich op het achterhalen van de bron van het lek en op de vraag of er sprake was van opzet of financieel voordeel. De resultaten zullen worden gedeeld met De Nationale Assemblée en, waar mogelijk, openbaar worden gemaakt.
Tot slot benadrukt het kabinet dat de dienstverlening aan de samenleving, zoals gezondheidszorg, salarissen en armoedebestrijding, onverminderd doorgaat. Er worden geen besluiten genomen die het volgende kabinet onnodig financieel zouden binden.
Het Kabinet sluit af met de boodschap dat niemand boven de wet staat: “We begrijpen de verontwaardiging, maar verzekeren het volk dat wij handelen binnen de wettelijke en morele kaders van de Republiek Suriname. Wij blijven bouwen aan een rechtvaardige samenleving, vrij van bevoordeling.”
