Het Openbaar Ministerie (OM) is overgegaan tot de implementatie van artikel 100 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel biedt het OM de mogelijkheid om bij misdrijven waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of minder is gesteld, de zaken buiten proces af te handelen. Bij de uitvoering van dit artikel zal het vooralsnog gaan om het buiten proces afhandelen van onder andere de strafbare feiten: bedreiging, vernieling, diefstal, eenvoudige mishandeling, verduistering, oplichting en opzetheling.
De afhandeling gaat gepaard met enkele voorwaarden welke gesteld zullen worden. Als voorbeelden van de voorwaarden kunnen genoemd worden: het vergoeden van de door de benadeelde geleden schade of betaling van een geldsom aan de staat.
Slechts de verdachte die het gepleegde strafbare feit bekent, komt in aanmerking voor de afhandeling buiten proces. De rechtstreekse belanghebbende wordt ook op de hoogte gesteld, wanneer de hulpofficier van justitie namens het OM een strafzaak buiten proces afhandelt.
Onder leiding van de waarnemend procureur-generaal Garcia Paragsingh, zijn er in dit kader de afgelopen periode sessies gehouden met de hulpofficieren van justitie, waarbij de nodige instructies zijn gegeven om zorg te dragen dat de implementatie en afhandeling richtig zullen geschieden.