De voorzitter van de Nationale Partij Suriname (NPS), Gregory Rusland, heeft zijn bezorgdheid geuit over de recente aankondiging van de regering betreffende de verhoging van de stroomtarieven. Volgens Rusland zal deze verhoging grote delen van de samenleving direct treffen. De regering heeft plannen om subsidies aan de energiesector af te bouwen, wat resulteert in maatregelen die een aanzienlijke impact zullen hebben op burgers.
Een cruciaal punt van zorg is de ontoereikende uitvoering van sociale programma’s, die bedoeld zijn om bepaalde sectoren van de samenleving tegemoet te komen. Rusland benadrukte dat er nog veel onduidelijkheid is over hoe deze programma’s worden uitgevoerd, maar de regering lijkt haast te hebben om de prijsverhogingen door te voeren. Hij pleitte ervoor dat de subsidie direct aan de getroffen burgers wordt verstrekt via hun elektriciteitsrekeningen.
Een ander belangrijk punt van zorg is de berekening van de kostprijs. Rusland benadrukte de noodzaak voor overgangsmaatregelen om een eerlijke kostprijs vast te stellen. Hij wees erop dat het essentieel is om rekening te houden met verschillende factoren, zoals de herziening van tarieven die de Suriname Power Company (SPCS) aan de Energie Bedrijven Suriname (EBS) in rekening brengt, het niet meerekenen van de Ogane gassubsidie, en het betalen van achterstallige rekeningen door ministeries en parastatale bedrijven.
Rusland benadrukte dat de samenleving al grote offers heeft gebracht om een hydro-elektrische dam te hebben, wat resulteert in lagere opwekkingskosten voor elektriciteit in vergelijking met olie. Desondanks wordt het Surinaamse volk geconfronteerd met een economie die jarenlang slecht is beheerd, wat heeft geleid tot lage lonen en ernstige economische uitdagingen.
De NPS-voorzitter waarschuwde voor de mogelijkheid dat de verhoging van de stroomtarieven grote delen van de samenleving in nog groter gevaar zou brengen, terwijl er onvoldoende ondersteuning is voor de productiesector om deze een broodnodige impuls te geven. Hij benadrukte dat de afbouw van subsidies niet op deze schaal en wijze moet plaatsvinden, en dat er gekeken moet worden naar andere manieren om de kostprijs te verlagen.