De zorg voor Suriname’s monumenten krijgt een stevige impuls. De presidentiële werkgroep Monumentenzorg heeft het concept-staatsbesluit voor een vernieuwd monumentenbeleid officieel aangeboden aan president Chandrikapersad Santokhi. Met dit besluit moet de monumentenzorg in Suriname eindelijk structureel en professioneel worden aangepakt.
Volgens werkgroepvoorzitter Johan Roozer is het huidige beleid te gefragmenteerd. “Er is gebrek aan overzicht en centrale aansturing. Het is tijd dat we in elk district gaan inventariseren wat we aan monumenten hebben, in welke staat die verkeren en wie de eigenaren zijn.” Om dit aan te pakken, stelt het conceptbesluit de oprichting voor van een beheersinstituut voor monumentenzorg, dat als centrale coördinator moet fungeren.
Een belangrijk onderdeel van deze nieuwe structuur is de instelling van een monumentenfonds. Dit fonds moet financiële ondersteuning bieden aan eigenaren van monumentale panden, zodat onderhoud en restauratie haalbaar worden. De behoefte aan dit soort ondersteuning is onder andere geuit door religieuze organisaties, die steeds meer moeite hebben om historische gebouwen zoals kerken en pastorieën te onderhouden. Deze signalen vormden mede de aanleiding voor president Santokhi om monumentenzorg hoger op de agenda te plaatsen.
Het beoogde instituut krijgt een directeur die belast zal zijn met de uitvoering van het beleid. Voorlopig bevindt het voorstel zich nog in de voorbereidende fase, waarbij vooral gewerkt wordt aan de juridische en administratieve verankering van de plannen. Pas na goedkeuring van het staatsbesluit kunnen de eerste concrete stappen richting uitvoering worden gezet.
Voorzitter Roozer benadrukt dat Suriname hiermee een belangrijke stap zet naar het behoud van zijn cultureel en historisch erfgoed. Het doel is niet alleen het beschermen van oude gebouwen, maar ook het scheppen van draagvlak en praktische mogelijkheden voor duurzame monumentenzorg in het hele land.