Op woensdag 17 april wordt een belangrijke stap gezet in het onthullen van de geschiedenis van Suriname na de emancipatie van 1863 met de publicatie van de database Overlijdensakten van Suriname (1846-1915). Deze nieuwe database biedt inzicht in niet alleen de mensen die tijdens het Staatstoezicht zijn overleden, maar ook in nieuwe inwoners van Suriname die in deze akten worden vermeld. Met name Hindoestaanse contractarbeiders, wiens gegevens ontbraken in de archieven, zijn goed vertegenwoordigd in deze akten.
De overlijdensakten maken deel uit van het schaduwarchief van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), dat nu wordt beheerd door het Nationaal Archief Suriname (NAS). Eerder zijn de overlijdensakten al verfilmd door het NAS, waarbij de microfiches beschikbaar zijn gesteld voor het publiek in de Studiezaal van het NAS, met inachtneming van beperkingen op de openbaarheid. Recentelijk zijn er scans gemaakt vanuit microfilmrollen, met medewerking van het Nationaal Archief Nederland (NAN). De database zal online beschikbaar zijn op de website van het Nationaal Archief Suriname.
De database bevat overlijdensakten van Paramaribo (1858-1915) en van de districten (1846-1880). Met name de overlijdensakten van de districten zijn van belang omdat ze inzicht geven in de overlevingskansen van voormalige slaafgemaakten tijdens het Staatstoezicht (1863-1873), een periode waarin zij gedwongen werden om op de plantages te blijven werken na de formele afschaffing van de slavernij. Vanaf 1 juli 1863 kregen alle overledenen een overlijdensakte.
Daarnaast biedt de database ook informatie over de groep die de voormalige slaafgemaakten moest vervangen op de plantages: de Hindoestaanse contractarbeiders uit India, die vanaf 1873 naar Suriname kwamen.
