Om de zorg voor kinderen met neurologische en genetische aandoeningen in Suriname te verbeteren, is een team van twaalf specialisten uit het UMC Groningen medio februari afgereisd voor een medische missie. Professor Conny van Ravenswaaij, klinisch geneticus en een van de initiatiefnemers, legt uit: “Ons doel is om kinderen beter te begeleiden en ouders voor te lichten over de erfelijke aspecten van deze aandoeningen.”
Het team richt zich vooral op kinderen met ontwikkelingsachterstanden en aangeboren afwijkingen. Van Ravenswaaij, die sinds 2013 jaarlijks – met uitzondering van de coronaperiode – naar Suriname reist, ziet de behoefte aan specialistische kennis toenemen. “Aanvankelijk onderzochten we twintig kinderen, maar inmiddels werken we structureel samen met lokale specialisten. Daarnaast is onze missie uitgebreid met specialisten in erfelijke kanker en erfelijke hartziekten.”
Vooral bij families met een verhoogd risico op plotse hartdood kunnen preventieve maatregelen levens redden. “Bij erfelijke borstkanker of darmkanker kunnen regelmatige screenings het verschil maken. Erfelijke hartziekten kunnen met medicijnen of een pacemaker beter worden beheerst, waardoor ernstige complicaties worden voorkomen,” aldus Van Ravenswaaij.
De genetische samenstelling van de Surinaamse bevolking brengt bijzondere uitdagingen met zich mee. Van Ravenswaaij vertelt over een opmerkelijke ontdekking: “Vorig jaar identificeerden we een zeldzame stofwisselingsziekte die vermoedelijk via een voorouder uit Afrika is geïntroduceerd. Binnen bepaalde bevolkingsgroepen komt deze aandoening vaker voor, waardoor genetisch onderzoek cruciaal is. Een vroege diagnose kan ernstige gevolgen, zoals hersenschade, helpen voorkomen.”
De samenwerking tussen de Nederlandse specialisten en de Surinaamse gezondheidszorg blijft zich ontwikkelen. “Ons doel is niet alleen om diagnoses te stellen, maar ook om kennis over te dragen. Zo kunnen artsen en specialisten in Suriname in de toekomst zelfstandig genetische aandoeningen beter herkennen en behandelen,” besluit Van Ravenswaaij.