De Nationale Democratische Partij (NDP) heeft formeel bezwaar aangetekend tegen het voorstel van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) om de recent overleden kandidaat Edward Belfort te vervangen door opschuiving binnen de kandidatenlijst. Belfort stond op plaats 50 van de NDP-lijst. Volgens het CHS zou kandidaat nummer 51 automatisch zijn plek innemen, waarna de eerste plaatsvervangende kandidaat op de 51e plaats zou komen te staan.
De NDP stelt echter dat de Kiesregeling deze werkwijze niet ondersteunt zolang er nog geen verkiezing heeft plaatsgevonden. In een briefwisseling met het CHS stelt de partij dat artikel 137 van de Kiesregeling enkel betrekking heeft op situaties ná de verkiezingen, zoals het overlijden of de niet-aanvaarding van gekozen kandidaten.
De regeling biedt volgens de NDP geen juridische grondslag voor wijzigingen binnen de lijst voorafgaand aan de verkiezingsdag. Daarbij is de kandidatenlijst op dit moment nog niet definitief vastgesteld. Het CHS zal hier pas maandag formeel over vergaderen. Tot dat moment is schrapping van een overleden kandidaat wel mogelijk, maar hoeft diens plaats nog niet automatisch te worden ingevuld, aldus de partij.
De NDP betoogt dat het toevoegen van een vervanger aan het einde van het proces onpraktisch is, aangezien de kandidaat nog documenten moet indienen en door het CHS gecontroleerd moet worden. De partij stelt daarom voor om de opengevallen plek te laten invullen via de zogenoemde ‘schaduwlijst’ — een intern instrument waarmee partijen zelf een vervanger kunnen aanwijzen.
Tevens benadrukt de partij dat de rol van lijstduwer, die Belfort bekleedde, een strategische keuze is binnen de verkiezingscampagne en niet willekeurig kan worden ingevuld.
De NDP beraadt zich op verdere stappen en wacht de formele reactie van het CHS af. Het geschil werpt een nieuw licht op de interpretatie van de Kiesregeling en de ruimte die partijen hebben bij het samenstellen en aanpassen van hun kandidatenlijsten.