De Nationale Democratische Partij (NDP) heeft stevige kritiek geuit op president Chan Santokhi en ministers Parmanand Sewdien (LVV) en Riad Nurmohamed (OW) naar aanleiding van het opschorten van infrastructurele projecten. Volgens de oppositie is de opschorting allerminst een daad van verantwoordelijkheid, zoals door de regering beweerd, maar een poging om gerechtelijke beslissingen te verhullen.
President Santokhi stelde eerder dat de projecten tijdelijk zijn stopgezet om corruptie te voorkomen. De NDP spreekt dit echter tegen en stelt dat het de justitiële autoriteiten zijn geweest die hebben ingegrepen vanwege signalen van corruptie en fraude. De partij noemt onder meer de aanbesteding van het traject Apoera–Nickerie, waarbij informatie zou zijn uitgelekt naar een niet-gekwalificeerde aannemer, als voorbeeld van ernstig integriteitsverval.
De oppositiepartij wijst erop dat het niet gaat om een proactieve stap van de regering, maar om rechterlijke uitspraken die de aanbestedingen hebben teruggedraaid. De situatie rondom de herinrichting van de Van ’t Hogerhuys- en Slangenhoutstraat, waarbij de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank besloot tot heraanbesteding na een lek, onderstreept volgens de NDP het falend beleid.
In plaats van verantwoordelijkheid te nemen, probeert de regering volgens de NDP de schuld af te schuiven. De partij stelt dat dit niet alleen wijst op bestuurlijke tekortkomingen, maar ook op een bewuste strategie om transparantie te vermijden. De nieuwe aanbestedingswet is bovendien doelbewust uitgesteld tot na de regeerperiode, aldus de NDP.