Het Nationaal Archief Suriname (NAS) tekende op 29 mei een Memorandum of Understanding (MoU) met het Stadsarchief Amsterdam om de samenwerking te intensiveren. Directeur Mohamad Eskak van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) tekende het document namens het NAS terwijl Bert de Vries het stuk tekende namens het Stadsarchief Amsterdam.
Dit geschiedde in aanwezigheid van burgemeester van Femke Halsema van de gemeente Amsterdam, enkele delegatieleden en de nationale archivaris, Rita Tjien Fooh- Hardjomohamad. Het ontsluiten van de archiefbronnen die zowel Suriname als Nederland samen delen, is één van de belangrijke doelen van dit partnerschap met Stadarchief Amsterdam. Immers, de stad Amsterdam was dé eigenaar van de kolonie Suriname in de 18e eeuw.
De stad Amsterdam, de de West-Indische Compagnie en de familie van Aerssen van Sommelsdijck ware aandeelhouders van de Geoctrooieerde Sociëteit van Suriname. Heel veel plantage- eigenaren en planters waren ook afkomstig uit Amsterdam. Hieruit kan volgens de nationale archivaris opgemaakt worden dat de geschiedenis van Suriname en Amsterdam nauw met elkaar verweven zijn. “Het gaat om een pijnlijke geschiedenis, maar daarom is het belangrijk om deze archieven te ontsluiten en toegankelijker te maken.”
Door de eeuwenoude band tussen Suriname en Nederland, is er volgens BiZa directeur Eskak, een gedeelde geschiedenis ontstaan die een materiële en immateriële erfenis achterlaat voor beide gemeenschappen. Vooral gelet op de groeiende belangstelling in archiefmateriaal van zowel lokale als internationale bezoekers, is directeur Eskak er stellig van overtuigd dat beide archiefinstituten samen met elkaar meer kunnen bereiken in het toegankelijk maken van archiefmateriaal voor het publiek en de doelen die zij nastreven, beter realiseren.
De mensen die toen naar Suriname werden vervoerd, zijn naar zeggen burgemeester Halsema van hun identiteit en historie beroofd. Archivering betekent de teruggave van de identiteit werd gezegd, wat feitelijk maar een klein beetje waarheid behelst, want als generaties lang mensen hun eigen identiteit is onthouden kan die niet ongeschonden worden teruggegeven. Een identiteit is niet iets materialistisch, maar het eigene wat generaties lang is vernietigd en de mensen is onthouden.
Halsema benadrukt dat de goede samenwerking met Amsterdam niet alleen betekent dat de geschiedenis van een land opgebouwd wordt, maar dat dit ook de teruggave van de eigenwaarde en menselijke waarde betekent. Eén van de programma’s waarin nauw samengewerkt zal worden is de bronnen met name de notariële akten in Suriname toegankelijk te maken. Nederland heeft dat reeds gedaan en dat zal gedeeld moeten worden.
Er zal ook een aparte website moeten komen voor dit stukje geschiedenis, waarop alle aktes en geschiedverhalen geplaatst kunnen worden. Tegelijkertijd zal er ook een samenwerking worden aangegaan met betrekking tot de toezichthoudende functie van het NAS. De samenwerking tussen het NAS en stadsarchief Amsterdam dateert uit 2005- 2009 en raakte bekoeld tijdens het presidentschap van Bouterse.
