Ontevreden Moslim organisaties hebben een open brief aan de regering gericht en zijn vandaag door minister Somohardjo van Binnenlandse Zaken ontvangen. De ondertekenaars vragen in de open brief dat rekening te houden met de Surinaamse moslims die 20 procent van de bevolking uitmaken.
Ze geven aan dat zij volwaardige burgers zijn en niet als tweederangsburgers behandeld willen worden. Dit bleek onder andere bij het besluit om een ambassade in Jeruzalem te openen, uit de afwezigheid van de Surinaamse missie bij de stemming over een resolutie betreffende het Palestijnse vraagstuk in de Verenigde Naties op 31 december 2022 en ook bij de samenstelling van de Surinaamse delegatie naar India.
De islamitische organisaties voelen zich medeverantwoordelijk voor de goede harmonie in ons geliefd Suriname en verwachten dat alle Surinamers zich ook zo verantwoordelijk voelen en de harmonie wensen te koesteren. De organisaties rekenen erop dat de regering de gedachte van harmonie en respect deelt met hen en dat de regering een beleid voert dat deze gedachte ondersteunt.
De minister benadrukte tijdens de ontvangst dat de regering ten dienste is van de gehele Surinaamse bevolking. Uitgaande van de verstrekte informatie door de regering, gaf de minister aan de islamitische organisaties een verduidelijking, omtrent de aangehaalde zorgwekkende zaken, aan de Islamitische organisaties. De Minister benadrukte dat zij zich geen zorgen hoeven te maken daaromtrent.
Verder stelde de minister dat de regering zich terdege ervan bewust is, dat de moeilijke economische situatie ook de leden van de religieuze organisaties treft. En dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder religieuze aangelegenheden valt, te allen tijde open staat om de religieuze organisaties de nodige begeleiding te geven, zodat zij hun leden de nodige ondersteuning kunnen geven.
Uit de ontvangst is naar voren gekomen dat er behoefte bestaat om gezamenlijke activiteiten te ontplooien. Samen zullen projecten worden geïnitieerd om de noodzakelijke harmonie, begrip en tolerantie te kunnen bewerkstelligen binnen onze multireligieuze samenleving. De religieuze organisaties worden ook gevraagd de medewerking te verlenen voor een succesvolle uitvoering van het sociaal programma van de regering.