Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (Biza) benadrukt dat de voorzitter van de bond bij Openbare Werken (OW), Michael Sallons, de situatie ernstiger voorstelt dan deze werkelijk is. De rechter heeft in een kort geding bepaald dat negatieve rechtsgevolgen niet met terugwerkende kracht kunnen worden opgelegd.
Daarom heeft het ministerie van Biza eind januari tot begin februari 2024 opnieuw een Verplichte Landsdienaren Registratie (VLDR) gehouden en sancties opgelegd aan degenen die zich niet hebben geregistreerd, ruim na de wijziging van de Personeelswet in juni 2023. De rechter heeft in het kortgeding niet aangegeven, dat er geen rechtsgevolgen mogen zijn voor degenen die zich niet hebben geregistreerd tijdens de tweede VLDR.
De rechter heeft zelfs bevestigd dat de VLDR een wettelijke basis heeft. Deze uitspraak geldt alleen voor de ambtenaren van OW en de zaak is doorverwezen naar de bodemprocedure, benadrukt Somohardjo.
“Wij hebben vertrouwen in onze rechters en respecteren elk vonnis. Met dit vonnis zullen wij samen met onze raadsman zo goed mogelijk uitvoering geven aan de beslissing van de rechter. De Staat laat zich leiden door de rechtsstatelijke beginselen en het belang dat de rechter hecht aan het vertrouwen van de Staat,” aldus Somohardjo.
“Ik wil nogmaals iedereen bedanken die heeft deelgenomen aan de VLDR, inclusief de procureur-generaal en de president van het Hof van Justitie. Dankzij de deelname van meer dan 95% van de landsdienaren hebben wij waardevolle data verkregen, waardoor we miljoenen hebben bespaard. Dankzij deze besparingen konden wij de koopkrachtversterking van SRD 3500 voor de ambtenaren verlengen tot eind december. Bovendien hebben we door deze besparingen ruimte om te onderhandelen met de vakbonden over een nieuwe loonronde,” voegt Somohardjo toe.
