De minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing, heeft laten doorschemeren dat hij mogelijk geen vierde termijn ambieert in een volgende regeringsperiode. In een interview gaf de bewindsman aan dat het tijd is om plaats te maken voor een nieuwe generatie op zijn ministerie.
Ik ben achtenzestig. Dit is mijn derde termijn. Ik denk dat het de hoogste tijd is dat er op deze post iemand komt met wat jonger bloed,” aldus de minister. Toch betekent dit niet dat Raghoebarsing zich geheel uit de publieke dienst wil terugtrekken. Hij blijft naar eigen zeggen beschikbaar voor advies, “zelfs in de vroege uurtjes”.
“Zolang ik dat kan, zullen mijn krachten blijven voor Suriname. Die hoeven niet per se in de vorm van het ministerschap te zijn.” Met trots sprak de minister over het werk dat op Financiën is verricht en de deskundigheid van het team dat hij leidde.
“Er zijn uitstekende krachten op dit ministerie. Goede mensen, goede directieleden. Ik heb dit team mogen leiden, maar het succes is te danken aan hen.”
Kritiek en toekomstvisie
Raghoebarsing toonde zich ook kritisch over politieke cultuur en machtsuitoefening. Hij erkende openlijk dat er in de samenleving zorgen zijn geuit over nepotisme. “Er is kritiek geweest over family and friends. We moeten die kritiek niet wegcijferen, maar erkennen en aanpakken.” Daarnaast benadrukte hij het belang van het aanpakken van corruptie: “Corruptiezaken moeten gewoon naar de rechter gaan.”
Volgens de minister moet Suriname niet alleen investeren in beleid, maar ook in langetermijndenken. Hij pleitte voor een nationale ontwikkelingsvisie die niet ophoudt bij de grenzen van partijpolitiek.
“Er liggen al veel goede deelplannen voor onder meer olie en gas, anti-money laundering, Staatsolie en de mijnbouwsector. Maar wat we nodig hebben, is een langetermijnplan. Laten we met zijn allen een nationaal ontwikkelingsplan opstellen voor de komende vijfentwintig jaar.”
Raghoebarsing deed een oproep tot samenwerking en eenheid. “We willen allemaal hetzelfde: een gelukkig land, goede scholen, goede zorg. Het moet niet moeilijk zijn om ons daaraan te verbinden.”
