Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft in de achtste beoordeling van het herstelprogramma US$ 61 miljoen vrijgemaakt voor Suriname. Hiervan gaat US$ 20 miljoen naar de monetaire reserves van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en US$ 41 miljoen naar de begroting van het ministerie van Financiën & Planning. Ondanks deze financiële injectie blijft de druk van bestaande schulden groot, waarschuwt minister Stanley Raghoebarsing.
In een regeringspersconferentie benadrukte de minister dat de IMF-middelen onvoldoende zijn om aan alle directe verplichtingen van december te voldoen. Deze maand alleen moet het land US$ 21 miljoen aflossen aan China en een schuld van SRD 1 miljard (ongeveer US$ 28 miljoen) aan de CBvS vóór het einde van het jaar terugbetalen. In totaal komt dit neer op US$ 49 miljoen, bijna het volledige bedrag dat via het IMF beschikbaar is gesteld.
Volgens Raghoebarsing is de financiële situatie beter dan vorig jaar, maar blijft voorzichtigheid geboden. “We komen van een ‘intensive care situatie’. Het is niet zo dat wij een pretprogramma van economisch herstel aan het uitvoeren waren. De economie is gestabiliseerd en we zijn op de goede weg, maar uitermate voorzichtig blijven is essentieel.”
De bewindsman sprak zijn tevredenheid uit over het verloop van het IMF-programma, dat naar verwachting volgend jaar succesvol wordt afgesloten. Het Surinaamse bedrijfsleven heeft al gepleit voor een vervolgprogramma, en Raghoebarsing verwacht dat het IMF positief zal reageren als hierom wordt gevraagd.
Op basis van wekelijkse rapportages constateert de minister dat de overheidsfinanciën op sommige punten vooruitgang boeken. Voor directe belastingen was SRD 11,3 miljard begroot; inmiddels is SRD 12,3 miljard gerealiseerd.
Voor indirecte belastingen was SRD 14,6 miljard begroot, waarvan SRD 12,4 miljard tot nu toe is binnengehaald. Hoewel de belastingtargets grotendeels zijn gehaald, blijft de opbrengst uit niet-belastingmiddelen een zorgpunt: slechts SRD 1,9 miljard van de begrote SRD 16,2 miljard is gerealiseerd.
De minister benadrukte dat het financieel bestuur voorzichtig blijft opereren om verdere ontsporing van de economie te voorkomen. “Met de uitdagingen bij de douane en belastingen blijven we streven naar verbetering, maar de druk op de financiën is nog steeds groot,” aldus Raghoebarsing.
Met het IMF-programma als fundament en een voorzichtig optimisme over de vooruitgang, blijft de regering werken aan verdere stabilisatie en groei. De financiële ruimte blijft echter beperkt, waardoor schuldenaflossing en hervormingen hand in hand moeten gaan.
