Bij de overhandiging van de publicatie ‘Prodo fu Koto’, heeft minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur zijn toewijding uitgesproken om “alles eraan te zullen doen” om de koto voor te dragen bij Unesco voor opname op de Werelderfgoedlijst voor immaterieel cultureel erfgoed. De minister prees het initiatief van Christine van Russel-Henar, auteur van het boek, en toonde “grote waardering” voor haar werk.
‘Prodo fu Koto: de trots van Afro-Surinaamse klederdracht’ is een uitgave van het Koto Museum aan de Prinsessestraat en bevat een volledige Engelse vertaling. Het document legt het ontstaan en de evolutie van de koto als nationale klederdracht vast, met aandacht voor verschillende bijzondere aspecten zoals de passende angisa, sieraden en conserveringsmethoden. Het behandelt tevens de koto als erfgoed en belicht nieuwe ontwikkelingen, waarbij jonge ontwerpers worden gepresenteerd.
Tijdens de overhandiging waren ook Harrold Sijlbing en Henri Henar, adviseurs van de uitgevende stichting Fu Memre Wi Afo, aanwezig. Sijlbing benadrukte de plaats en waarde van de koto als een sterk immaterieel erfgoedelement van Suriname. Hij pleitte voor mondiale erkenning, met name omdat de koto symbool staat voor de onafhankelijke Surinaamse vrouw.