Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) heeft gisteren de Onderwijs- en Beroepenbeurs geopend in het @Live Entertainment Center. De beurs, die tot en met zaterdag 10 augustus duurt, biedt leerlingen, studenten en ouders de gelegenheid om kennis te maken met de verschillende afdelingen van het ministerie en diverse onderwijsinstellingen. Het evenement is georganiseerd met het doel om de betrokkenheid van het onderwijs met de samenleving te versterken.
Tijdens de opening benadrukte minister Henry Ori het belang van een nauwere relatie tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Hij wees erop dat de samenleving snel verandert en dat het onderwijscurriculum daarop aangepast moet worden. Ori noemde de opkomende sectoren zoals olie en gas, goudwinning en de agrarische sector als voorbeelden.
“Wie moeten onze kinderen voorbereiden op de toekomst?” vroeg hij retorisch. De minister onderstreepte dat hoewel het ministerie nog niet volledig op de recente arbeidsmarktontwikkelingen is ingespeeld, deze wel in het curriculum opgenomen moeten worden.
Ori benadrukte verder dat het belangrijk is om niet alleen te kijken naar wat jongeren willen worden, maar ook naar de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Hij merkte op dat carrièrekeuzes vaak worden beïnvloed door de wensen van ouders en familie.
Volgens hem is het cruciaal dat kinderen op jonge leeftijd gestimuleerd worden om hun eigen interesses en ambities te ontdekken. Hierbij spelen ouders en verzorgers een belangrijke rol, maar ook scholen moeten via hun decanen meer informatie verstrekken over de verschillende beroepsmogelijkheden.
Helima Poese, directeur Algemeen Vormend Onderwijs van MinOWC en voorzitter van de commissie die verantwoordelijk is voor de beurs, gaf aan dat de voorbereidingen een uitdaging waren, maar bedankte de afdelingen van het ministerie voor hun bijdrage aan het succes van het evenement.
Opvallend is de beperkte deelname van particuliere onderwijsinstellingen, met uitzondering van het PTC. Daarnaast ontbreekt de Anton de Kom Universiteit van Suriname, wat bij velen vragen oproept. De deelnamekosten van SRD 20.000, die uitsluitend contant betaald konden worden, heeft eveneens de wenkbrauwen doen fronsen. Dit staat in contrast met het overheidsbeleid dat digitale transacties juist stimuleert en normaliter met bestelbonnen werkt.
