8 december 1982 en 39 jaar na dato is het nog steeds een zwaar beladen datum. De dag dat er 15 prominente Surinamers de dood vonden in het Fort Zeelandia waar Desi Bouterse de scepter zwaaide. Naar gebleken is volgens de rechtszaak die tot laatstgenoemde zijn veroordeling van 20 jaar gevangenisstraf leidde vorig jaar, heeft Bouterse wel degelijk opdracht gegeven tot het vermoorden van deze 15 mannen (juristen, docenten, vakbondsleiders, journalisten en een militair) wiens enige bewezen feit is dat zij terugkeer van de democratie eisten en verkiezingen.
Wat irritatie veroorzaakt bij wraakzuchtige nabestaanden is dat Bouterse, die volgens zijn eigen woorden wel de politieke verantwoording draagt voor de decembermoorden, nog vrij rond loopt. Nederland en Surinaamse Nederlanders hebben altijd protesten tegen Bouterse laten horen, films gemaakt, krantenartikelen en boeken geschreven, niet in het minst omdat Bouterse niets van Nederlandse inmenging in Suriname moest hebben. Over de binnenlandse oorlog (1986-1992) hoor je ze niet.
Wat vergevingsgezinde mensen toch wel irriteert is dat de hoofdschuldige nimmer berouw heeft getoond. Behalve hoofdschuldige in deze, is Bouterse ook wegens hard drugs handel veroordeeld in Nederland. Het verhaal luidt dat Bouta wapens met de FARC (rebellen) ruilde voor cocaine, die vanuit Suriname naar Europa werd gesmokkeld, wat Suriname het predicaat Narco staat opleverde.
Vanaf 1985 was in Suriname ook te merken dat er partijen cocaine lokaal goedkoop werden verhandeld, te zien aan allerlei lokale small time cocaine dealers op straathoeken en verslaafden. Verder is er een hardnekkig gerucht dat zowel militairen als jungle commando’s cocaine kregen om onvermoeid en wreed te kunnen vechten. Veel geflipte zwervers in Su zijn inderdaad uit die oorlog afkomstig.
Meer filosofisch aangelegde mensen vinden dat D. Bouterse reeds de wet van karma ondervindt door zijn oudste zoon die hij niet kan zien omdat die een gevangenisstraf in het buitenland uitzit (en Bouterse kan niet reizen vanwege die drugs veroordeling) en zijn kleinzoon die zelfmoord pleegde omdat hij heel wat wapens had gestolen uit zijn opa’s huis en elders had verkocht.
Waar de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) altijd voor gepleit heeft is de berechting van de daders van de 8 december moorden. Maar de realiteit leert dat de rechter wijs genoeg was om geen arrestatie te gelasten, want met de Boutisten ready to fight, zouden we geen vrede krijgen maar regelrecht in een volgende burgeroorlog kunnen belanden. De huidige vice president, ex militair Ronnie Brunswijk,(ook ex bodyguard van Bouterse) die door voorstanders Robin Hood en rebellenleider werd genoemd en door tegenstanders terrorist is overigens ook in Frankrijk veroordeeld wegens cocaine handel.
Diezelfde zogenoemde vuile (binnenlandse) oorlog die in 1986 ontbrandde en pas 1992 eindigde, was tenslotte ook begonnen om Bouterse zijn macht te ontnemen en een einde te brengen aan de militaire dictatuur die in op 25 februari 1980 begon. Van de president die na de binnenlandse oorlog aan de macht kwam (R. Venetiaan) kregen leden van het jungle commando en het Nationaal Leger in 1992 algehele amnestie voor de slachtoffers die zij maakten in de binnenlandse oorlog.
Slachtoffers verloren al hun have en goed, anderen raakten verminkt of getraumatiseerd voor het leven, of werden gedood. Nederland negeert Surinames amnestie wet en heeft onlang een Surinamer in hun land opgepakt wegens oorlogsmisdaden. Irritant voor slachtoffers of familie van gevallenen in de binnenlandse oorlog is het accent dat steeds gelegd wordt op 8 december alsof de oorlogsslachtoffers er niet toe doen en dat zijn er ruim 20x zoveel aan overledenen!
Hieronder waren ook veel burgers en enkele politiemannen in functie, die verder niets met de oorlog te maken hadden. Familie van de 8 december prominenten en OGV praten nooit over de mensenrechten schendingen in de binnenlandse oorlog, desgevraagd “omdat ze geen aanspreekpunt hebben binnen de groep van oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden”en dat is al 29 jaar zo. Gisteren heeft de Stichting 8 december 1982, bij monde van haar voorzitter toegezegd deze groep desgevraagd met raad te willen bijstaan.