In een ambitieuze stap naar landbouwontwikkeling heeft ondernemer Lex van Dijk van Suriname Pig Farms NV zeven Mennonietenfamilies uit Bolivia naar Suriname gehaald. De families, bekend om hun expertise in landbouw, zijn begonnen met werkzaamheden in het Tibitigebied.
Enkele maanden geleden bracht Van Dijk vier Mennonietenfamilies naar Suriname als proefproject. “Ze hebben geweldig werk geleverd. In korte tijd is 120 hectare weiland omgeploegd, en over twee weken beginnen we met het zaaien van soya en mais,” aldus Van Dijk. Het succes van deze eerste groep leidde tot de komst van nog drie families vorige week, waardoor het totaal aantal Mennonieten op 36 komt.
Van Dijk benadrukt dat de samenwerking met de Mennonieten cruciaal is voor zijn bedrijf, dat meer dan 8.000 varkens telt en als enige in de Caricom gecertificeerd is. Suriname Pig Farms NV exporteert varkens naar Barbados en Guyana, maar heeft lokaal geproduceerd voer nodig om afhankelijkheid van geïmporteerde grondstoffen te verminderen. “Door mais en soya op grote schaal te verbouwen, kunnen we deviezen besparen en zelfvoorzienend worden,” legt Van Dijk uit.
Van Dijk wil zorgen over mogelijke ontbossing wegnemen. “We gebruiken bestaand weiland; er worden geen bomen gekapt,” verzekert hij. De eerste fase omvatte 120 hectare, maar dit zal tijdens het volgende regenseizoen worden verdubbeld. Dankzij Suriname’s klimaat kunnen er jaarlijks twee oogsten plaatsvinden.
De Mennonietenfamilies verblijven op het terrein van Van Dijk, waar ook de boerderijen zijn gevestigd. Werkvergunningen zijn in aanvraag, en de families blijven binnen de grenzen van het bedrijfsterrein. Van Dijk benadrukt: “Ze halen geen bomen weg, er is geen sprake van ontbossing. Alles gebeurt op mijn terrein. Laten we deze mensen de kans geven om ons te helpen. Dit is de kans om de grote voedselschuur waarover al jaren wordt gesproken, werkelijkheid te maken.”
Met deze stap hoopt Van Dijk niet alleen de voerkosten van zijn varkensbedrijf te verlagen, maar ook bij te dragen aan de ontwikkeling van de landbouwsector en het versterken van Suriname’s positie als landbouwexporteur.
