Advocaat Irene Lalji ziet geen bewijsmateriaal tegen haar cliënt Gillmore Hoefdraad. Veel van de bewijslast is volgens haar gebaseerd op meningen en verklaringen van anderen, die hebben getuigd. De Procureur-Generaal Roy Baidjnath Panday heeft volgens haar geen bewijzen tegen de ex-minister.
Een onafhankelijk rapport van het onderzoeksbureau Kroll heeft getoond dat dit Belgisch bedrijf alleen declaraties heeft ingediend voor gewerkte uren. Dit weerspreekt beschuldigingen tegen Hoefdraad. Er is onderzoek gedaan naar de contracten tussen de Centrale bank van Suriname met Clarifield. Corruptieve handelingen moeten eerst bewezen worden, voordat tot vervolging kan worden overgegaan. Hierop had de rechter-commissaris vóór het gerechtelijk proces op gewezen. Het Openbaar Ministerie is hieraan voorbij gegaan.
Lalji heeft in haar pleidooi alle tenlasteleggingen tegen haar cliënt verworpen en vrijspraak geëist voor de ex-minister. Hoefdraad heeft gehandeld namens de staat Suriname, en wel via het ministerie van Financiën. Nergens is er een bewijs , dat Hoefdraad financieel voordeel heeft gehad. “Op zich kan je nooit financieel voordeel behalen, omdat elke daad die het ministerie doet, gedaan wordt namens de staat Suriname.” zegt de verdediging. Lalji vind dat eigenlijk de hele raad van ministers voor het gerecht gesleept moet worden, als het gaat om de ambtelijke onvolkomenheden.
Op 1 april wordt de zaak voortgezet en zal de pg antwoord geven. Dan zal Het Openbaar Ministerie moeten reageren op hetgeen Lalji naar voren heeft gebracht. Volgens de verdediging heeft het OM in haar ijver om de ex-minister te vervolgen cruciale fouten gemaakt. Eerder heeft de pg een straf van twaalf jaar en een geldboete van SRD 500.000,- subsidiair geëist tegen de oud-bewindsman. “Wij kijken uit naar de reactie van het Openbaar Ministerie”, zei Lalji ‘s collega Murwin Dubois.