Er zullen altijd, zowel liedteksten en gedichten zijn gemaakt, strijdgedichten, klaagliederen, gedichten over liefde en over werk, dus ook tijdens en over slavernij. Samensteller Romeo Grot heeft 60 dichters n dichteresssen in de bundel Katibo in Poezie gepresenteerd. Een mooie selectie van 150 gedichten in een belangrijk boek voor iedereen die iets van het verleden in Suriname wil begrijpen en verwerken. In vogelvlucht hier een paar delen van enkele gedichten.
Trauma van Ontworteling
En verdrietig gevoel bekruipt elke dichter over de voorouders uit Afrika, met name hun grotendeels onbekende en nauwelijks vertelde verhaal, van hun totale ontworteling. Geroofd, geketend als vee mishandeld en onderdrukt worden is de heftige geschiedenis van slavernij. Met totale, eeuwenlange afkeuring van de Afrikaan en zijn nakomelingen, zijn gehele menselijke wezen is er een doorwerking.
Eerst met liedteksten en later gedichten getuigen die van de zoektocht naar identiteit, cultuur, het mooie van de eigen taal en eigen uiterlijk, eigen prodo. Op pagina 15 staat Dobru’s gedicht Mi na mi. Het laaste couplet: A nengre tek a tongo san a ben trowe/ a tonton, s’a b’e nyan, den wiwiri d’a ben sabi, d’a nengre taki/ mi na mi.
Misleid worden om in vreemd land te werken onder opzichters die slavendrijvers waren, totaal zonder kontakt met je familie is een raakvlak met immigranten, omdat het over groepen Surinamers gaat die ontworteling van hun moederland ervaren. Dichter Jit Narain, schreef in het Sarnami, wat meestal hindo staans genoemd wordt over zijn Aja, de opa van vaders kant (pagina 39) in acht regels van het laatste couplet: Met spijt overladen bleef ik achter/ geen contractant kan ik nog vragen./Op sommige vragen vind ik antwoord in mijn eigen leven/ voor vele ben ik de gescheurde bladen van de geschiedenis/ nog aan het plakken.
Dichteressen
Johanna Schouten-Elsenhout, die werd ontdekt als dichteres toen ze al 60+ was schreef in haar gedicht Tere (Staart) in het laatste couplet: Mi ay opo/fu go suku den bonyo/ di grebi no de fu feni/mi skin bigin let faya/ fu owru brudu/di e kuku na insey/ fu pusu leki smoko/ fu gi mi krakti/ fu wiki libi/ fu no tan didon sribi.
Margo Morrison geeft een goede reden om het leed van de voorouders te gedenken en te verwerken, in Den hebi fu katibo (Onverwerkt slavernijtrauma) schrijft zij, we zetten hier de vertaling: En zelfs op die ene dag per jaar/ werd hun het treuren steeds verweten/ maar na 135 keer, is het slechts 4 en een half maand bij elkaar/En wie kan in zo’n korte tijd/ zoveel leed vergeten.
In een notendop zijn hier van een paar gedichten regels aangehaald, maar er zijn veel meer en het kunnen andere zijn die u veel mooier of pakkender vindt. Dan is het de hoogste tijd dat deze belangrijke dichtbundel Katibo in Poezie, ook de weg naar uw huis vindt.