Humphrey Tjon, kapitein van Bernharddorp, heeft zijn zorgen geuit over de uitvoering van het grondenrechtenvraagstuk, zoals aangekondigd door president Chan Santokhi in zijn jaarrede. Tjon’s twijfels zijn gebaseerd op de behandeling van de inheemse bevolking en het gebrek aan initiatieven in hun dorpen, terwijl er in andere districten, zoals Nickerie, Sipaliwini en Marowijne, volop projecten worden ontwikkeld.
“Zestien tractoren worden naar Nickerie gestuurd, maar geen enkele naar een inheems dorp of naar het district Para,” aldus Tjon. Hij wijst er ook op dat de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) twaalf mini-voetbalvelden zal financieren in de districten Sipaliwini, Marowijne en Brokopondo, zonder betrokkenheid van de inheemse gemeenschappen.
In zijn jaarrede heeft president Santokhi aangegeven dat de regering een agent van de staat heeft aangesteld om de verplichtingen uit het Kaliña- en Lokono-vonnis uit te voeren. Daarnaast zal de wet op het grondenrechtenvraagstuk binnenkort worden afgerond in samenwerking met het parlement. De regering erkent de urgentie van traditioneel gezag en de belangrijke rol daarvan in het behoud van culturele en natuurlijke rijkdommen.
Tjon merkt op: “De regering richt zich voornamelijk op Hindostanen en marrons, terwijl de inheemsen geen plaats hebben. We zijn de meerderheid, maar hebben onze positie nog niet opgeëist.” Hij benadrukt dat inheemse kandidaten vaak op lijsten worden gezet, maar dat ze niet in staat zijn om de belangen van hun gemeenschap te behartigen.
Hij verwijst ook naar een recente oproep van NDP-voorzitter Jennifer Simons aan de inheemsen om op haar te stemmen, waarbij ze beloofde dat alle inheemse dorpen een bankrekening zouden kunnen openen als ze wint. Tjon vraagt zich af hoe geloofwaardig deze beloftes zijn, gezien de geschiedenis van de NDP en hun beperkte inspanningen voor de inheemse bevolking.
Marciano Jong, kapitein van Apoera, steunt de oplossing van het grondenrechtenvraagstuk volgens de wensen van de inheemse en tribale volken. “De uitvoering moet voldoen aan het vonnis,” stelt hij. “De demarcatielijn moet worden gerespecteerd, en we willen niet dat er zaken gebeuren die onze rechten in gevaar brengen.”
Jong benadrukt het belang van het gebied voor de inheemse bevolking en voegt eraan toe: “We zijn niet tegen ontwikkeling, maar we moeten betrokken worden bij beslissingen die ons aangaan.”