Het ministerie van Justitie en Politie heeft aangekondigd zich te richten op een gecoördineerde aanpak van de veiligheid op scholen, waarbij nauwe samenwerking wordt gezocht met het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), schoolleiders en ouderverenigingen. Justitieminister Kenneth Amoksi liet dit weten tijdens een vergadering in De Nationale Assemblee (DNA).
De minister beantwoordde vragen van het parlement met betrekking tot de veiligheid op onderwijsinstellingen en algemene veiligheidskwesties. Volgens minister Amoksi gaat de kwestie van veiligheid op scholen verder dan alleen verstoring van de openbare orde. Hij benadrukte dat er ook gevallen zijn waarin de eerbaarheid van schoolgaande kinderen wordt geschonden.
De bewindsman gaf aan dat er in de komende periode gesprekken moeten plaatsvinden met zijn collega van Onderwijs, directeuren van het voortgezet onderwijs (VOJ) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VOS) en ouderverenigingen. Hij onderstreepte dat gezag niet alleen op school, maar ook thuis gehandhaafd moet worden en dat een gecoördineerde aanpak betere resultaten zal opleveren.
Minister Amoksi deelde mee dat buurtmanagers momenteel intensieve motivatiesessies op scholen uitvoeren, evenals tassencontroles. Het Korps Politie Suriname (KPS) heeft recentelijk deelgenomen aan de Jongeren Informatiebeurs, waarbij werd getoond wat er tijdens tassencontroles wordt aangetroffen en in beslag wordt genomen.
De minister merkte op: “Soms vraag je je af: gaan onze kinderen naar school vanuit huis of komen ze van ergens anders?” Hij benadrukte dat dit erop kan wijzen dat ouders geen controle hebben over wat hun kinderen meenemen naar school.
Op het gebied van veiligheid rondom scholen is het ministerie momenteel bezig de landelijke inzet van de Bikers Unit uit te breiden om de situatie te verbeteren. Wat betreft de algemene veiligheid meldde minister Amoksi dat er een achterstand is in de aanschaf van middelen.
In april 2022 waren middelen gereserveerd voor de politieaanschaf, waaronder 20 voertuigen. Door koersfluctuaties werd dit aantal echter teruggebracht tot 17 voertuigen. Onlangs werden vier van deze voertuigen geleverd en verdeeld over de regio’s Paramaribo, Midden, Oost en West.
