Ter gelegenheid van de Internationale Dag tegen Kinderarbeid heeft de Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid (NCUK) een informatieve sessie georganiseerd voor de padvinders van de Anton Donicie-groep. De sessie vond plaats op vrijdag 13 juni 2025 en had als doel jongeren bewust te maken van wat kinderarbeid inhoudt, welke risico’s eraan verbonden zijn, en hoe zij andere jongeren hierover kunnen informeren.
De interactieve sessie werd verzorgd door Wihtley Lodik (voorzitter van de NCUK) en Jason Menso (secretaris van de NCUK en Child Labour Focal Point bij het Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid & Jeugdzaken). Zij gingen uitgebreid in op de definities van kinderarbeid, licht werk en gevaarlijk werk, zoals vastgelegd in de Surinaamse wetgeving.
De padvinders leerden over de verschillende leeftijdscategorieën — kinderen (0-12 jaar), jongeren (13-15 jaar) en jeugdige personen (16-17 jaar) — en onder welke voorwaarden arbeid eventueel is toegestaan. Ook werd stilgestaan bij gevaarlijke werksituaties die schadelijk zijn voor de fysieke en mentale ontwikkeling van jongeren.
Informatieve slides gaven inzicht in de gezondheidsrisico’s van kinderarbeid.
Een belangrijk onderdeel van de sessie was het belang van onderwijs. “Elke extra dag op school vergroot de kansen op een betere toekomst,” aldus de NCUK. Het behalen van een GLO-getuigschrift werd gepresenteerd als een noodzakelijke, maar niet voldoende stap — blijvende educatie is cruciaal om dromen te realiseren en kinderarbeid te voorkomen.
De padvinders gaven aan de sessie als zeer leerzaam te hebben ervaren. Ze voelden zich beter geïnformeerd over hun rechten als kind, de risico’s van kinderarbeid in Suriname, en de cruciale rol van onderwijs en overheidsbeleid.
De NCUK sprak haar waardering uit voor Hopman Wilgo Coster, die een belangrijke bijdrage leverde aan de organisatie van de bijeenkomst.
Over de NCUK:
De Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid (NCUK) is belast met het coördineren van beleidsmaatregelen om kinderarbeid in Suriname structureel tegen te gaan, met nadruk op preventie, wetshandhaving en educatie.