Een man werd op brute wijze beroofd terwijl hij op een taxi stond te wachten in de omgeving van de Jules Wijdenboschbrug. Wat begon als een ogenschijnlijk onschuldige vraag naar de tijd, ontaardde al snel in een gewelddadige aanval door een groep van zes jonge mannen.
Het slachtoffer, N.R., vertelde dat de groep jongens hem benaderde vanuit de Mangrovestraat en even bij een controlepost bleef staan alvorens hem aan te spreken. Na een vraag over de tijd volgde direct de eis naar zijn telefoon. Uit angst loog N.R. dat die in een auto van een familielid lag. Een van de aanvallers sloeg hem toen in zijn buik, waarna een ander hem bij de kraag greep en een mes tevoorschijn haalde.
De situatie escaleerde snel. Zijn telefoon werd uit zijn broekzak gerukt en zijn tas van zijn rug getrokken. Daarna vluchtte de groep in de richting waaruit ze waren gekomen. Dankzij snelle opsporing door het Regio Bijstandsteam Paramaribo (RBTP) konden vier van de zes verdachten worden aangehouden. Het slachtoffer herkende hen onmiddellijk als zijn belagers.
Tijdens het onderzoek verklaarden de verdachten aanvankelijk niets te weten van de beroving. Eén van hen, Jeremy M., legde echter belastende verklaringen af. Hij gaf aan dat Quincy S. het plan had bedacht en dat de aanval werd uitgevoerd onder bedreiging met messen. Jeremy en de minderjarige verdachte Kelvin A. werden na een waarschuwing vrijgelaten.
Quincy S. en Ivery A. verschenen voor de rechter. Tijdens de zitting gaf Quincy toe betrokken te zijn geweest bij het incident. Ivery ontkende echter elke betrokkenheid, ondanks de verklaringen van medeverdachten. Beiden betuigden spijt en vroegen om een tweede kans. Quincy gaf aan zijn leven te willen beteren en verder te willen studeren.
De officier van justitie eiste voor beide verdachten een celstraf van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook werd verbeurdverklaring van het mes geëist. De rechter besloot de verdachten voorlopig in detentie te houden.
Met deze zaak komt opnieuw de problematiek van jeugdcriminaliteit en geweldpleging onder de aandacht, en de dringende noodzaak tot preventie en begeleiding van jongeren die afglijden.
