De directeur van Staatsolie Annand Jagesar is niet tegen de invoering van een local content wet, maar geeft de voorkeur aan een flexibel local content beleid voor Suriname, in het licht van de opkomende ontwikkelingen in de olie- en gassector. “Ik ben niet tegen een wet, maar de vraag is of een local content wet het gewenste effect zal hebben,” stelt Jagesar.
Volgens hem kan een te bindende wet het lokale bedrijfsleven juist verzwakken, omdat bedrijven minder gemotiveerd zijn om zich verder te ontwikkelen als ze beschermd worden door regelgeving. Jagesar benadrukt dat het belangrijk is dat Surinamers dit goed begrijpen.
“Een mooie wet kan op tafel liggen, maar als niemand zich eraan houdt, levert dat niets op. Een goed beleid, met toezicht en controle op de uitvoering, kan meer effect hebben,” aldus de Staatsolie-topman. Hij illustreert dit met een voorbeeld: als er 100 buitenlanders in een bedrijf werken, moet jaarlijks gekeken worden of dat aantal verminderd kan worden door Surinamers in te zetten. Ook zou er gekeken moeten worden naar de inkoop van producten uit Suriname, waarbij de kwaliteit en kostenefficiëntie van lokale goederen verbeteren.
Jagesar wijst erop dat TotalEnergies bijvoorbeeld klaagt over de hoge waterkosten in Suriname, die drie keer hoger liggen dan in Trinidad & Tobago. “Ze kopen het hier omdat het niet rendabel is om water te importeren, maar ze mopperen over de prijs.
Local content beleid betekent niet alleen dat bedrijven verplicht worden lokaal in te kopen, maar ook dat we onze Surinaamse bedrijven sterker en concurrerender maken,” legt hij uit. Dit zou bereikt kunnen worden door de bedrijven te laten specialiseren en kosten te verlagen.
In tegenstelling tot Suriname, waar mogelijk voor een beleid wordt gekozen, heeft buurland Guyana al een local content wet ingevoerd. Deze wet zorgt ervoor dat Guyanezen voorrang krijgen bij kansen in de olie- en gassector en dat hun rechten worden beschermd.