Vicepresident Bharrat Jagdeo van Guyana raast tegen Suriname. Hij heeft vrijdag weer een ontmoeting gehad met vissers in East Berbice-Corentyne, en beschuldigt Suriname nog steeds, dat een schriftelijke overeenkomst waarin 150 visvergunningen aan Guyanese vissers zou worden verleend niet meer geld. Jagdeo heeft meerdere keren getoond door te willen gaan totdat hij Suriname klein krijgt. Minister Sewdien van Suriname heeft ander informatie.
Nu dreigt hij in Guyana met actie tegen Surinaamse bedrijven in zijn land als Suriname niet doet wat hij zegt. Sewdien van Visserij in Suriname kent geen overeenkomst. Jagdeo houdt voet bij stuk dat Suriname de Guyanese minister van landbouw schriftelijk de toezegging heeft gedaan. Terwijl dit gaande is zwijgt Santhoki. “Ze ontkenden dat ze het hadden gegeven, hoewel we het op schrift hebben,” aldus een woeste Jagdeo. Nu zijn wil niet direct geschiedt vraagt Jagdeo zich af als Santhoki nog de leiding heeft.
Jagdeo zal de zaak voorleggen aan de Caricom, waar Suriname tot eind dit jaar voorzitter van is. Hij wil de zaak op een ander niveau bespreken. Jagdeo blijft Suriname beledigen. “Je kunt geen enkel woord vertrouwen dat ze zeggen, zelfs niet als ze je schriftelijk geven, dus het wordt tijd dat we een andere benadering van deze kwestie hebben”, vindt hij. “Wat we uit Suriname hebben is een verhaal van corruptie, massale corruptie bij de toewijzing van deze vergunningen en een enorme poging om winst te maken over de rug van Guyanese vissers door velen met gezag in Suriname en ik zeg dit vandaag botweg, omdat we in deze kwestie al lang genoeg om de hete brei heen hebben gedanst”, vervolgt hij.
Hij is van plan Surinaamse bedrijven in zijn land nu anders te behandelen. “Ze verdienen hier geld. Maar hun regering valt onze vissers lastig, dus er moet nu een andere tactiek worden toegepast. We moeten afstand nemen van alleen maar met ze praten, want dat levert niks op. We moeten nu hard gaan spelen”, barst hij los. Het lijkt wel een oorlogverklaring. De vraag is waarom deze Guyanese vicepresident reden heeft om zich op deze manier op te stellen tegenover Suriname.
