De Inheemse dorpen Apoera, Washabo en Section, samen met de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS), hebben de Staat Suriname voor de rechter gedaagd. De rechtszaak, die op 25 februari 2025 werd ingediend, komt voort uit de aanhoudende schending van de Free, Prior and Informed Consent (FPIC)-procedure bij het sluiten van de overeenkomst met het Chinese mijnbouwbedrijf Chinalco.
De gemeenschap stelt dat de regering in het geheim onderhandelde over het bauxietproject in West-Suriname, zonder de wettelijk vereiste inspraak van de inheemse bevolking. Pas op 25 november 2024 werd de deal tussen Chinalco en de regering onthuld, zonder voorafgaand overleg met de direct betrokkenen.
VIDS en de betrokken dorpen probeerden via juridische weg en diplomatieke gesprekken de regering te dwingen het proces te herzien, maar werden genegeerd.
Juridische stappen tegen de regering
Op 13 december 2024 werd de Staat aangemaand om het besluit terug te draaien, maar er volgde geen reactie. Vervolgens werd de Nationale Assemblee (DNA) opgeroepen de documenten niet in behandeling te nemen. De regering zette echter door en bood op 23 januari 2025 de ontwerpwet en de mineralenovereenkomst aan DNA aan, ondanks aanhoudende protesten.
Nu de regering blijft volharden in het negeren van de FPIC-verplichtingen, rest de Inheemse gemeenschappen en VIDS geen andere optie dan de rechtsgang. In de bodemprocedure eisen zij de intrekking van de verleende economische mijnbouwrechten aan Chinalco en een dwangsom van SRD 10.000 per dag vanaf 25 november 2024. In kort geding wordt gevraagd de behandeling van de Chinalco-overeenkomst in DNA op te schorten totdat de rechter uitspraak doet over de rechtmatigheid van het besluit.
“We zijn al te lang genegeerd”
Een woordvoerder van VIDS benadrukt dat deze stap noodzakelijk is: “De regering heeft ons herhaaldelijk buitenspel gezet. Het is onacceptabel dat er zonder overleg over onze leefgebieden wordt beslist. Nu laten we de rechter beslissen.”
Deze rechtszaak wordt gezien als een belangrijke test voor de bescherming van inheemse rechten in Suriname en kan grote gevolgen hebben voor toekomstige mijnbouwprojecten in het land. Het is nu aan de rechter om uitspraak te doen over de rechtmatigheid van het Chinalco-project en de manier waarop de Staat Suriname omgaat met de rechten van zijn Inheemse bevolking.