Onder indrukwekkend tromgeroffel van de apintiedrum betrad waarnemend president Ronnie Brunswijk de vergaderruimte op zijn kabinet. Hij werd warm onthaald door de traditionele gezagdragers uit het binnenland. Er is een commissie geïnstalleerd, die wordt belast met het uitwerken en presenteren van een aanvaardbare verhoging van de tegemoetkoming van de kapiteins en basyas.
De installatie van deze commissie is voortgevloeid uit de aangeboden petitie door de traditionele gezagsdragers op 6 juni 2022. In deze petitie is gewag gemaakt van het laag honorarium van deze gezagsdragers. Brunswijk erkende dat de tegemoetkoming veel te laag is.
De gevraagde 10 maal verhoging van het honorarium vindt hij daarom billijk. Alleen zegt hij dat zaken richtig moeten verlopen en installeerde op grond hiervan de commissie. Verder moet de commissie ook als denktank dienen voor de ontwikkeling van het binnenland.
De waarnemend president haalde hierbij aan het belang van een goede telefoonverbinding en de beschikking over schoon drinkwater en elektriciteit. Hij is van mening dat het gezag in staat moet zijn zich in het binnenland te kunnen verplaatsen via de waterwegen, om het contact met elkaar te onderhouden.
De basyas zouden daarom moeten beschikken over boten met buitenboordmotoren. Een maal per maand zal hij met de commissie leden brainstormen. “De kans tot ontwikkeling die eindelijk aan het binnenland is geboden, moet uitputtend worden benut”, zegt het waarnemend staatshoofd.
Brunswijk werd geflankeerd door de minister van Regionale Ontwikkeling en Sport Gracia Emanuël. Ook zij onderschreef het belang van de in te stellen commissie. De onderdirecteuren van de directoraten Inheemse Volken en Marrons, zullen de trekkers zijn van deze commissie.