Gisteren, woensdag 21 februari, was de rechtszaak in de Rechtbank van Rotterdam, over het veel besproken boek van Gerard van den Bergh, Zaken doen in Suriname, Corruptie op het hoogste niveau. Het boek is niet meer verkrijgbaar in Suriname en ook de verkochte exemplaren zijn teruggevraagd. Echter op internet circuleert illegaal een kopie waarvan pagina’s door elkaar gehaald zijn. Gerard is niet blij met dit gegeven maar kan hier niets aan doen geeft hij aan.
De rechter opent de zitting en geeft als eerste het woord aan de eisende partij. President Chan Santokhi is niet persoonlijk aanwezig maar wordt vertegenwoordigt door de ambassadeur van Suriname in Nederland, dhr. Rajendre Khargi en zijn advocaat. De advocaat geeft in zijn pleitnota aan waarin hij de gedaagde beticht van het schenden van het portret recht, goede naam en privacy van de president. De staat Suriname is geen partij in deze zaak. Door het opnemen van de foto van de president op de kaft van het boek, met de bijbehorende teksten “corruptie op het hoogste niveau”, het wapen en kogel, insinueert gedaagde dat de president corrupt is, ook op pagina 12 van het boek, waarin de “hoofdrolspelers” te zien zijn is er bezwaar; aldus de advocaat. Ook voor de staat Suriname is dit geen goede reclame, de integriteit van de president zou op het spel staan. Volgens de advocaat zou deze weergave komen uit wraak en teleurstelling over een onderneming die mislukt is.
Conclusie: De president is een publieke figuur, heeft recht op privacy. Het gebruik van de foto is schadelijk en onrechtmatig, alleen om de verkoop te stimuleren. De advocaat eist verbod tot verkoop en publicaties te publiceren, terugroeping van professionele afnemers.
Hierna geeft de rechter het woord aan de verdedigende partij, de advocaat van Gerard van den Bergh. De advocaat geeft in zijn pleitnota aan, dhr VD Bergh is schrijver en ondernemer, die op veel tegenwerking is gestuit in Suriname, ternauwernood een aanslag op zijn woning heeft overleeft, wilt met het boek de Surinamers een kijkje geven over valkuilen die hij heeft meegemaakt. De president zou geen aanspraak kunnen maken op portret recht, hij is een publiek persoon, drager van ambt. Verder geeft de advocaat aan dat er een ontvankelijkheidsprobleem is en gebrek aan spoedeisend belang. Dit betreft vrije nieuwsgaring, openbaar maken van misstanden in de samenleving. Het is belangrijk dat het verhaal naar buiten komt, het boek draagt bij aan het publiek debat. In het boek wordt gesproken over de president als publiek persoon en niet als privé persoon. De advocaat vraagt het boek niet te beoordelen op zijn kaft, maar op de inhoud. De titel trekt de aandacht van het publiek, en verzoekt tot slot de eiser niet ontvankelijk te verklaren. Gerard zelf zegt dat de 1e druk volledig uitverkocht is en dat bij de 2e druk er een vraagteken geplaatst wordt bij het woord Corruptie.
Er volgt nog een ronde waarin de eisende partij en gedaagde nogmaals (repliek) hun argumenten onderbouwen. Tot slot zegt de ambassadeur dat de inhoud van het boek niet ter discussie staat, enkel het gebruik van het portret.
De rechter zegt dat de uitspraak over 2 weken komt, 6 maart, dit wordt naar de advocaten opgestuurd.
