Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is optimistisch over de succesvolle afronding van de Extended Fund Facility (EFF) met Suriname. Anastasia Guscina, leider van de IMF-missie die in Suriname aanwezig was voor de achtste evaluatie van het herstelprogramma, sprak tijdens een persconferentie op 12 november 2024 haar hoop uit dat ook de negende en laatste evaluatie in maart positief zal zijn.
Als het programma over vier maanden wordt afgerond, zal Suriname voor het eerst een IMF-herstelprogramma volledig hebben doorlopen—een historisch moment.
Tijdens het bezoek voerde de delegatie gesprekken met diverse belanghebbenden, variërend van rijstboeren in Nickerie tot vrouwelijke leiders, om te bespreken welke obstakels economische groei belemmeren en hoe deze kunnen worden weggenomen.
Volgens Guscina waren er waardevolle discussies met verschillende ministeries en gesprekken met het parlement over de richting van toekomstige welvaart. Ze prees de vooruitgang en gaf aan dat het macro-economische beeld van Suriname verbeterd is, met de overheid die haar monetaire doelen behaalt.
Guscina hoopt dat de voordelen van het herstelprogramma uiteindelijk door iedereen in Suriname ervaren zullen worden en onderstreept dat de overheid, hoewel ze investeert in sociale programma’s, beter de groepen moet bereiken die het het meest nodig hebben.
IMF Executive Director André Roncaglia, tevens vertegenwoordiger van Suriname in de IMF Board, erkende dat er nog steeds uitdagingen zijn, maar toonde zich onder de indruk van de stappen die Suriname tot nu toe heeft gezet. Volgens Roncaglia is de inflatie fors gedaald, vertoont de economie groei, zijn de publieke schulden verminderd, en is de fiscale balans verbeterd. Deze factoren hebben volgens hem eerder een zware druk gelegd op de overheidsuitgaven.
Door de schuldherstructurering krijgen de overheid en ondernemers nu meer ruimte voor investeringen en werkgelegenheidscreatie. Hij benadrukte dat deze vooruitgang gekoesterd moet worden, net als de verbeterde kredietratings, en riep de Surinaamse samenleving op gezamenlijk te werken aan de continuïteit van deze positieve ontwikkelingen. “De vruchten zullen komen, maar het is essentieel om op dit pad te blijven,” aldus Roncaglia.