Suriname heeft een US$ 175 miljoen ontvangen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dit bedrag vloeit voort uit de zogenaamde Special Drawing Rights (SDR) allocatie, een instrument van het IMF om de reserves van centrale banken te versterken in tijden van mondiale recessie. Het gaat niet om een lening, maar om een incidentele uitkering door het IMF aan zijn lidstaten, waaronder ook Suriname.
De SDR-allocatie staat los van het op handen zijnde IMF-programma. Volgens het ministerie van Financiën en Planning is het besluit tot de SDR-allocatie op 2 augustus genomen door de Executive Board van het IMF. De totale toewijzing bedraagt wereldwijd US$ 650 miljard (ongeveer SDR 456 miljard). Dit is de grootste SDR-allocatie in de geschiedenis van het IMF.
Het doel is de veerkracht en stabiliteit van de wereldeconomie te bevorderen en de meest kwetsbare landen te helpen die worstelen met de gevolgen van de Covid-19-crisis. De SDR’s worden toegewezen aan IMF-lidstaten in verhouding tot hun quota in het IMF. Dit is de kapitaalbijdrage van lidlanden in de algemene middelen van het IMF.
Voor Suriname komt dit neer op SDR 123,5 miljoen oftewel US$ 175 miljoen. Dit bedrag is ondertussen aan de internationale reserves van de CBvS toegevoegd. Het Special Drawing Right is geen fysieke munt maar een rekeneenheid die als internationaal geld door het IMF wordt uitgegeven.
Elke lidstaat mag de ontvangen SDR’s naar eigen inzicht besteden. De injectie van US$ 175 miljoen zal de nodige verlichting bieden aan de Surinaamse samenleving en de dekking van de Surinaamse dollar verhogen. In het kader van het IMF-programma zal een additionele US$ 690 miljoen worden toegevoegd aan de internationale reserves, wat zal bijdragen aan de verdere stabilisatie van de wisselkoers.