De Internationale Commissie van Juristen (ICJ) houdt al sinds 2012 toezicht op het 8 decemberstrafproces en zal aanwezig zijn in de rechtszaal op 20 december, wanneer de definitieve uitspraak wordt gedaan in het hoger beroep van voormalig president Desi Bouterse tegen zijn veroordeling voor de moord op vijftien politieke gevangenen in 1982.
Op 8 december 1982 werden vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime onder leiding van Desi Bouterse, waaronder advocaten, vakbondsleiders en journalisten, geëxecuteerd in de militaire kazerne van Fort Zeelandia. Deze mannen waren de dag ervoor willekeurig vastgehouden en werden voorafgaand aan de executie onderworpen aan martelingen.
In 200 na een klacht van de families van de slachtoffers werd in november 2007 de Krijgsraad opgericht, een militaire rechtbank bestaande uit civiele rechters, belast met de behandeling van aanklachten tegen Bouterse en 24 andere verdachten. Het proces kende ernstige opschortingen en vertragingen, met name na de verkiezing van Bouterse tot president van Suriname in juli 2010 en een herziening van de amnestiewet uit 1989 (nu ingetrokken) die hem en de andere verdachten immuniteit van vervolging verleende.
Op 20 december zal het Hof van Justitie een definitieve uitspraak doen in de zaken van Bouterse en vier anderen die tegen hun veroordeling in beroep zijn gegaan. Voor Bouterse en zijn vier medestanders is een gevangenisstraf van twintig jaar geëist. De aanwezigheid van de ICJ in de rechtszaal onderstreept het internationale belang van gerechtigheid en verantwoording voor schendingen van mensenrechten.
Het is een cruciaal moment in de juridische nasleep van de gebeurtenissen van 8 december 1982.
