Op 13 en 20 januari 2025 behandelde het Hof van Justitie de strafzaak in hoger beroep tegen voormalig vicepresident Ashwin Adhin. De zaak stond in het teken van repliek, dupliek en het laatste woord. Het Hof heeft aangekondigd op 5 februari 2025 om 09.00 uur uitspraak te doen.
Tijdens de zitting op 13 januari presenteerde de procureur-generaal haar repliek. Ze benadrukte dat er voldoende bewijsmateriaal is waaruit blijkt dat Adhin zich schuldig heeft gemaakt aan het uitlokken van vervalsing, verduistering en vernieling. De procureur-generaal hield vast aan de geëiste straf van 12 maanden, waarvan 11 maanden en 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast eiste ze dat Adhin de veroorzaakte schade vergoedt.
Op 20 januari kreeg de verdediging van Adhin de kans om in dupliek te reageren. De advocaat van Adhin betoogde dat er geen sprake is van strafbaar handelen en dat de vrijspraak in eerste aanleg bevestigd moet worden. De verdediging wees opnieuw op een gebrek aan overtuigend bewijs en riep het Hof op de vrijspraak van Adhin te handhaven.
Na de dupliek voerde Adhin zelf het laatste woord. Hij benadrukte opnieuw zijn onschuld en vroeg het Hof om rechtvaardigheid. Details van zijn verklaring zijn niet bekendgemaakt, maar het Hof liet weten dat alle partijen hun standpunten hebben kunnen uiteenzetten.
De uitspraak van het Hof van Justitie op 5 februari 2025 zal bepalend zijn voor de toekomst van Adhin. Terwijl het Openbaar Ministerie overtuigd is van zijn schuld, blijft de verdediging vasthouden aan een vrijspraak. De zaak wordt nauwlettend gevolgd, gezien de politieke en juridische impact van de uitkomst.