Twintig jaar terug, in 2002, is de historische binnenstad van Paramaribo op de Werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. Op 29 juni 2022 was het dus 20 jaar geleden dat ons land, na de toetreding, een certificaat in ontvangst mocht nemen voor monumentale panden en gebouwen in onze binnenstad. vanaf toen is de bescherming gedaan door de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), die ook het certificaat ontving. Op 29 juni heeft de SGES, onder leiding van Stephen Fokké, besloten om dit te overhandigen aan het Nationaal Archief Suriname (NAS).
Het officiële certificaat waarop de inscription staat om de stad op de Unesco-lijst te krijgen, is overgedragen aan de directeur van het NAS, Rita Tjien Fooh. Zij zegt dat dit belangrijk document meteen wordt opgeslagen in het depot. Het publiek, met name de jeugd, krijgt dan de gelegenheid om dit te zien en te leren over onze historische binnenstad.
Er zijn nog twee documenten die het NAS graag zou willen. Het Centraal Suriname Natuurreservaat is al op de lijst van de Unesco. Het certificaat is echter nog niet bij het NAS. De bedoeling is dat ook de Jodensavanna straks staat op de lijst. De NAS-directeur heeft dan ook graag dat het officieel document van toetreding, bij het NAS in bewaring komt.
Fokké zegt dat SGES een officieel tintje wil geven aan de herdenking van 20 jaar dat de binnenstad op de lijst van de Unesco is komen te staan. Daarom is besloten om het documenten te overhandigen. ‘En de beste plek om het op te slaan, is het NAS; daar hoort het thuis’, zegt Fokké.
Er is volgens Tjien Fooh nog veel te doen is aan stadsbehoud. ‘Suriname heeft huiswerk te maken als we willen blijven op de Werelderfgoedlijst. Het is belangrijk om de stad in z’n volle glorie te herstellen’, aldus de directeur van het NAS. Op de Unsco-lijst zijn meer dan 290 panden opgenomen.
