In de onderhandelingen met de buitenlandse schuldeisers is het knokken voor de regering. Obligatiehouders van de Opperheimerschuld kunnen weigeren om te komen tot een herschikking. Dit liet president Chandrikapersad doorschemeren tijdens het actualiteitenprogramma ‘Welingelichte Kringen’ op radio ABC.
“We hebben een challenge. Deze week ga je misschien horen dat obligatiehouders niet gaan meewerken voor een herschikking. We zijn bezig met man en macht om ze te overtuigen dat we in een crisis zitten, dat we niet kunnen betalen, dat we ademruimte nodig hebben, maar ik begin alvast het Surinaamse volk te waarschuwen dat we in een situatie zitten dat de onderhandelingen heel hard zijn en ik hoop niet dat het gaat vastlopen”, zei de president. Santhoki hoopt dat met behulp van de internationale experts die zijn aangetrokken het Surinaamse onderhandelingsteam een positief resultaat bereikt.
Via Oppenheimer heeft Suriname in 2016 en 2019 in totaal 675 miljoen US dollar op de internationale kapitaalmarkt opgehaald. De helft van de eerste obligatielening van 550 miljoen US dollar werd gebruikt voor de aflossing van een schuld van Staatsolie. De lening van 125 miljoen US dollar eind 2019 werd gebruikt om achterstallige energierekeningen bij Suralco/Alcoa te betalen zodat de multinational de Afobakastuwdam en waterkrachtcentrale aan Suriname kon overdragen.
Jaarlijks moet Suriname aan rente en aflossingen circa zeventig miljoen US dollar betalen voor beide leningen, geld dat wij op dit moment niet hebben. De obligatiehouders hebben al drie keer ingestemd met uitstel van betaling. Onderhandelingen over een eventuele herschikking zijn gaande, maar dat proces verloopt volgens de president nog niet naar verwachting van de regering. Behalve Oppenheimer moeten er nog onderhandelingen met bilaterale schuldeisers volgen. Besprekingen met China en India voor herschikking van schulden moeten nog op gang komen. Ook met nationale crediteuren moet een dergelijk traject worden ingezet.