Inheemsen leven het meest in onzekerheid. Concessies worden door de overheid uitgegeven zonder raadpleging van plaatselijke bewoners. Inheemsen worden op die manier verdreven van hun woon- en leefgebieden. “Onze cultuur wordt vernietigd door het inpikken van onze gronden door de vele concessies.” “Ongekende zucht naar goud” gooit volgens Sirito-Yana Aloema, voorzitter van de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS), het binnenland open. Ook kwik en ontbossing vernietigt de woongebieden.
De collectieve grondenrechten van de inheemse en tribale volken zijn nog steeds niet bij wet vastgelegd. Deze groep moest vanaf de komst van de Europeaanse kolonisten gedwongen miljoenen hectaren van hun land afstaan ten behoeve van de nationale ontwikkeling en zijn nu de armste bevolkingsgroep van het land.
Opeenvolgende regeringen hebben niet gewerkt aan de collectieve rechten van hen en nemen nog steeds besluiten voor en over de inheemsen zonder hen daarbij mee te tellen. Dit zegt Sirito-Yana Aloema namens dertien inheemse organisaties, tijdens de workshop ‘Collectieve rechten van inheemsen en tribale volken’, die door het parlement werd gehouden op woensdag.
Aloema zegt dat in 1688 de eerste vredesovereenkomst kwam met de autoriteiten. Toch gaat de strijd door, omdat er nog steeds geen wettelijke erkenning bestaat van de collectieve grondenrechten. Zonder erkenning daarvan kunnen de eerste bewoners zich spiritueel en materieel niet ontwikkelen volgens hun eigen traditionele waarden en normen. Daarnaast worden er ook geen condities geschapen voor hen, om volgens de westerse waarden en normen te kunnen leven. “We zijn arm en berooid en kunnen ons niet op een volwaardige manier ontwikkelen. Hierdoor zijn generaties de kans ontnomen bij te dragen aan de ontwikkeling van Suriname.”
Hij zegt verder, dat er groepen bestaan, die subtiel psychologische oorlog voeren om de veerkracht van de inheemsen te breken. Natuurlijke hulpbronnen in het binnenland hebben alleen voor Paramaribo en randdistricten, individuele personen en stichtingen voordeel opgeleverd tot nu toe volgens hem. Ook alles wat de inheemse organisaties de afgelopen decennia hebben ondernomen om erkenning van hun rechten zijn zonder resultaat gebleven.
De conceptwet ‘Collectieve rechten inheemsen en tribale volken’ van juni vorig jaar, is goedgekeurd maar niet tot stand gekomen na consultatie van de inheemse organisaties. Aloema riep opnieuw de regering op om eindelijk de rechten van inheemsen te erkennen en drukt inheemse groepen op het hart zich te bundelen en de strijd weer op te pakken. “Dat zijn we verplicht aan de voorouders, gevallen strijders en het nageslacht.”
Assembleevoorzitter Marinus Bee bevestigd, dat het voor Suriname van enorm groot belang is om het grondrechtenvraagstuk op te lossen. De parlementsvoorzitter wijst erop dat in het vredesakkoord van juli 1989 is vastgelegd dat de grondenrechten van inheemsen en marrons zullen worden geregeld en hun woon- en leefgebied bij wet zal worden afgebakend. De assembleeleden hebben volgens hem een belangrijke rol te vervullen door de ontwerpwet die klaarligt, tot wet te verheffen.
Zij dienen ook het bewustzijn hierover bij de totale samenleving te vergroten en het impact dat de beoogde wet voor de ontwikkeling van het land. Bee legt uit dat de wet nationaal gedragen moet worden.