Er zijn twee uitersten zoals ouderen, soms ook als karikaturen, worden weergegeven: de oude wijze of de oude dwaas. Want meestal houdt goed oud worden ook in dat men deel heeft aan de gemeenschap of gemeenschappen. Kan men iets voor anderen betekenen, zodat men door hen gewaardeerd wordt? Zijn ouderen in staat om vriendschappen te sluiten en heeft men geleerd die te onderhouden? Maar ook: is men in staat een nuttige bijdrage te leveren aan het in standhouden van de gemeenschappen waarvan men deel uitmaakt? Sociale waardering is essentieel voor goed oud worden. Wie geen sociaal isolement kent heeft daar al een geestelijke bijdrage aan een goede ouderdom. Hiermee wordt niet perse een non stop gelukkige ouderdom bedoeld ; dat is niet 100% reel, de laatste fase van het leven gaat meestal gepaard met verlies en beperkingen.
Voldoening
Roel Haakmat verteld dat bij goed ouder worden bepaalde zaken gaan spelen, zoals doelgerichtheid : leef je ergens naartoe wat je van waarde vind. Leef je zo dat je in je bestaan voldoening kan ervaren? Kun je voor jou gevoel een rechtvaardig bestaan lijden: sta je achter de dingen die je doet en gedaan hebt? Hoe is het gevoel van eigenwaarde; vindt je jezelf de moeite waard, ook als je lichamelijk en geestelijk achteruit gaat? Ook competentie telt: heeft de 60 plusser het gevoel dat zij of hij voldoende invoed heeft op het eigen leven. In het ouderenbeleid wordt de oudere vaak uitsluitend als voorwerp van zorg gezien. Ook dan is het belangrijk dat de oudere zich veilig en vertrouwd voelt in de leefsituatie, ook als zij of hij in de war is.
Gedeeltelijke zelfstandigheid
Zelfs een gedeeltelijke zelfstandigheid bevorderen en bewaren, draagt bij aan een goede ouderdom. Voel je je verbonden met de mensen om je heen? Die verbondenheid is meestal positief. Of het leven als zinvol ervaren wordt, hangt ook af of een mens zich deel voelt van een groter geheel, bijvoorbeeld een godsdienst aanhangt, of er kan een verlangen te zijn een religie te belijden. Uit religie kan ook troost en kracht geput worden. Eerdere onderzoekers (Battista&Almond) voegen daar nog een element aan toe: ook de positieve toewijding waarmee mensen hun leven(sopdrachten) aanvaarden en bevestigen brengt een zinvolle en goede ouderdom.
Kwetsbare ouderen
Kwetsbare ouderen hebben hebben vaak te kampen met een ingewikkelde mix van meerdere onderliggende, levens verkortende factoren en verschillende problemen in het functioneren. De meeste verpleegkundigen zijn nog onvoldoende opgeleid om de senior hierin te begeleiden. Het vergt en andere manier van denken, waarbij geleerd kan worden van elkaar en van verpleegkundigen die de doelgroep ouderen als specialisme hebben. Haakmat vervolgt: “In mijn onderzoek wil ik de onderstaande thema’s belichten bij de behandeling , begeleiding en verzorging van kwetsbare ouderen: hun kwetsbaarheid, eventuele verstandelijke stoornis en de manier waarop ze zo goed als mogelijk nog wat zelfstandig kunnen functioneren.
Van belang is verder welke verschillende medicijnen worden gebruikt, vooral als de ouderen bij meerdere specialisten onder behandeling zijn voor hun gezondheid. Voorts is bij optimaal leven voor de oudere belangrijk dat er mantelzorg is en of hij of zij samen kan beslissen wie dat doet en of het sociaal netwerk onderhouden wordt vanwege de menselijke behoefte aan vriendschappelijke aandacht. Goede woon- en leefomstandigheden zijn uiteraard de basis voor lichamelijk en geestelijk welbevinden.
Redelijk evenwicht
De laatste voorwaarde van goed ouder worden is geen afzonderlijke, maar voegt alle voorafgaande bijeen, aldus Haakmat. De praktische wijsheid die men zich gaandeweg het leven eigen maakt gaat hier tellen. Het gaat om de flexibele stuurmanskunst waarmee iemand zijn leven afstemt op de veranderingen die de ouderdom met zich meebrengt: het fysieke ouder worden, het oefenen van nieuwe sociale rollen, het omgaan met verlies, het aangaan van nieuwe relaties met jongeren en met leeftijdsgenoten. Bij een zo volledig mogelijke kijk en beleid voor een goede ouderdom zouden alle hier aangehaalde voorwaarden betrokken moeten worden.
Conclusie: een persoon is bezig goed oud te worden als zij of hij binnen de nieuwe situatie en uitdagingen waarvoor de ouderdom haar/ hem stelt een redelijke balans heeft gevonden tussen de waardige vervulling van de natuurlijke behoeften, de eisen die zijn rol binnen de gemeenschap aan haar of hem stelt, zijn geestelijke onafhankelijkheid en de wijze waarop zij/hij in staat is het eigen bestaan zin te geven.