OOGGETUIGE VERTELD:
“om half vier ’s middags kreeg ik in Fort Zeelandia de opdracht om met mijn drie maten, Doorson, Van Lingen en Brammeloo, een deur te bewaken van een zaal in het Fort. Door een klein venster met spijltjes in de deur zag ik veel hoge militairen in de zaal. De bevelhebber Bouterse, kapitein Horb, Sital, Bhagwandas en ook premier Alibux, want die kende ik van gezicht.”
“Wij hadden opdracht om niemand binnen te laten. Opeens hoorde ik schieten, Ik keek weer naar binnen en zag dat Kamperveen met een militair, Ewoud Leefland, de trap afkwam, die van de eerste verdieping naar die zaal leidde.
Bouterse tegen Kamperveen: je bent een hond
„Bhagwandas schoot Kamperveen in zijn dijen en knieën. De oud-minister rolde van de trap naar beneden. Hij vouwde zijn handen en kreunde tegen de bevelhebber: .Waarom laat je op mij schieten? Ik heb toch niets gedaan’. „Bouterse zei: ‘Je bent een hond en honden hebben wij hier niet nodig.’ Meerdere militairen schoten daarna op de borst en schouder van Kamperveen.
Bouterse heb ik niet zien schieten. Die had alleen een lange bullepees in zijn hand.
“Later begreep ik dat alle gevangenen daar vermoedelijk boven hebben gezeten. Na afloop zei de bevelhebber tegen ons: ‘Jullie hebben niets gezien’. We moesten gaan eten. “We mochten die avond niet naar huis. We moesten in de slaapvertrekken blijven van het fort. Hoewel ik later heb gehoord, dat er die nacht nog meer geschoten is, heb ik niets gehoord. „De volgende dag wilde ik naar de dokter. Ik was niet goed van wat ik van Kamperveen had gezien. Ik kreeg een oppasser mee naar het militair hospitaal. De dokter schreef mij een dag bedrust voor. „De volgende morgen mochten we nog steeds niet naar huis. Doorson ook niet. Zijn moeder kwam eten brengen en vertelde in twee, drie minuten dat er nog veel meer in Fort Zeelandia gebeurd moest zijn dan wij wisten en hadden gezien.
Rambocus
“Wat later die ochtend werd Rambocus over de binnenplaats naar de zaal gebracht waar vroeger de kerkers waren geweest. Hij werd met zijn handen op zijn rug aan een paal gebonden. Zijn gezicht was bloedig. Er was iets met één van zijn ogen. “Bouterse stond erbij en begon tegen Rambocus te praten. Rambocus spuugde Bouterse op zijn mond. ,Ik ga nu dood, maar er worden nog honderden Rambocussen geboren na mij”, zei Rambocus, terwijl de bevelhebber het hoofd van Rambocus achterover tegen de paal duwde. “Leefland en Bouterse schoten daarna op hem. Ik werd onpasselijk en liep naar een kraan, enkele meters
van de deur waardoor ik in de zaal keek. Toen ik terug was, zag ik dat Rambocus van de paal werd losgehaald. Hij zal toen wel dood zijn geweest.”
SHEOMBAR en DAAL
Van collega’s hoorde ik dat Bouterse zelf de militair Sheombar en de vakbondsman Daal had gemarteld en doodgeschoten.
Bovenstaand bericht is afkomstig van onbevestigde bronnen.