In Moengo moet er binnenkort een gemberfabriek staan. Het startsein voor de bouwwerkzaamheden is vrijdag gegeven. De bouw van de fabriek wordt gefinancierd door de Alcoa, de Stichting Fonds Ontwikkeling Binnenland (SFOB) en het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS). Het project ‘Djindja Fabriek Aaini Mawina’ is begroot op US$ 80.000. Het bedrijf komt te staan op dezelfde plek als de markt van Moengo.
Er wordt niet alleen gember in het gebied geplant, maar ook andere gewassen. “Wij hopen dat er voor de andere gewassen ook mogelijkheden komen, zodat zij verwerkt kunnen worden tot eindproducten en meer waarde hebben voor de mensen dan alleen maar gewas en niets meer,” zegt SFOB-directeur Marlon Cairo.
De bedoeling is dat 60 tot 70 gemberboeren de fabriek zullen voorzien van hun producten. “Er zijn meerdere maar we gaan met deze groep beginnen,” zegt de directeur van Agrarische Ontwikkeling Binnenland, Hermien Pavion. Ze legt uit dat deze boeren het meest een pittige en een minder pittige variant planten. “We gaan beide afnemen en apart verwerken, maar ook een mix produceren zodat we drie soorten hebben. We beginnen met gemberpoeder. Aan de hand van de vraag gaan we verder opschalen en ook andere gemberproducten maken,” zegt Pavion.
Voor de landbouwers is de bouw van deze fabriek een grote vooruitgang, legt voorzitter Cyrano Asoiti van Coöperatie platform agrarische ontwikkeling Marowijne uit. Er wordt gestreefd naar 3000 leden. Intussen zijn er al elf coöperaties die elk hun leden hebben.
De bedoeling is om het project in december al af te hebben. Op de locatie waar de fabriek komt te staan, staat er al iets op. Er worden aanpassingen gepleegd. Om dit te kunnen doen is er toestemming van de districtscommissaris (dc) Olivia Domini van Marowijne-Zuidwest gekregen, die een deel van de markt ter beschikking heeft gesteld voor het opzetten van de fabriek. “Deze ontwikkeling doet de dc goed, want mensen zullen aan een baan worden geholpen.”
