Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft de afgelopen dagen met schoolleiders gesproken over de aankomende vernieuwingen binnen het onderwijs. Zij was op vrijdag 26 maart op werkbezoek bij de Openbare School 1 te Meerzorg en sprak met schoolleiders van de cluster Commewijne en op dinsdag 30 maart sprak zij met de schoolleiders OS Garnizoenspad van de cluster Kwatta en omgeving (Kwaschom). Vraagstukken zoals onderstand werden met de aanwezige schoolleiders besproken.
Het is de bedoeling dat kinderen niet meer uit het hoofd, maar zinvol leren, waarbij het kind leert om de verkregen kennis toe te passen in het dagelijks leven en het zo beter onthoudt. Het cijfer zegt niet welk onderdeel van het vak het kind wel of niet goed begrijpt. Daarom wil men werken met een voortgangsrapport dat een uitbreiding is van het observatie schrift. De traditionele 6e klasse toets zoals we die nu kennen zal er niet meer zijn.
Het Examenbureau is nu bezig met het ontwerpen van de standaard testverslagen, zogenaamde rubrics en zal de leerkrachten van leerjaar 8 (6e klas) helpen trainen. Er zullen geen zittenblijvers meer zijn en dus ook geen stilstand. Er komen voortgangsrapporten. Kinderen moeten vooruit en niet achteruitgaan. Elk kind moet doorgaan binnen zijn eigen niveau, tempo, capaciteiten en talenten. De ontwikkeling en vordering van het kind wordt vastgelegd in een voortgangsdocument waardoor sommige kinderen daardoor de lagere school iets sneller afmaken en anderen langzamer, maar ze gaan voort.
Kinderen laten blijven zitten jaar in jaar uit brengt kinderen van 14 en 15 jaar samen in een klas met kinderen van 9 jaar. Dat is pedagogisch en psychologisch niet verantwoord. Op de leeftijd van 12 jaar moet elk kind al van de huidige lagere school weg zijn. De nadruk moet liggen op hun talenten, die ontdekt moeten worden.
De eerstvolgende werkvergadering van minister Levens en haar team is met schoolleiders en leerkrachten in het binnenland. Deze zal direct na de Paasvakantie plaatsvinden.
