De Wet Geldelijke Voorzieningen van de drie machten, die momenteel voor veel discussie zorgt in De Nationale Assemblee (DNA), zal niet van toepassing zijn op de huidige zittingstermijn. VHP-fractieleider Asiskumar Gajadien verduidelijkte dat er geen salarisverhoging zal plaatsvinden voor de huidige regering of het zittende parlement. De wet treedt pas in werking bij het aantreden van de volgende regering of het nieuwe parlement.
Huidige DNA-leden of ministers zullen ook geen overbruggingstoelage ontvangen. Na de aantreding van het nieuwe parlement kunnen de vastgestelde bedragen worden aangepast of gewijzigd, zowel in positieve als negatieve zin.
Tijdens de behandeling van de vier ontwerpwetten over de geldelijke voorzieningen, plaatsten sommige leden kritische kanttekeningen. Er werd gesproken over de aanwezigheid en prestaties in de DNA. Zo wordt momenteel het salaris gekort als een lid minder dan 50% van de vergaderingen per maand bijwoont, maar blijven andere toelagen, zoals de auto- en representatietoelage, volledig uitbetaald. Dit moet volgens Gajadien worden herzien.
De overbruggingsperiode van 12 maanden na het einde van de zittingstermijn staat ook ter discussie. Enkele DNA-leden stelden voor deze periode te verkorten naar 6 maanden.
Momenteel ontvangen ministers, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, na hun ambtstermijn een levenslange uitkering en een overgangstoelage voor 6 maanden, waarbij ook alle toelagen uit hun ambtsperiode doorlopen. Deze regelingen zullen volgens Gajadien worden aangepast, omdat de staat de kosten niet langer kan dragen. Het streven is om ministers na hun ambtstermijn van 5 jaar een overbruggingstoelage van slechts 6 maanden te geven, waarin ze enkel hun salaris en medische voorzieningen ontvangen.
Gajadien benadrukte dat dit normaal is in goed ontwikkelde landen, waar politici een tijdelijke overgangsperiode hebben voordat ze een pensioen ontvangen. Hij voegde daaraan toe dat het onwenselijk is dat jonge DNA-leden, die pas zes jaar hebben gediend, al recht hebben op een pensioen.
