De families van Surinaamse activisten die in de jaren tachtig vermoord werden vanwege hun verzet tegen de regering, hebben tegenover Reuters hun frustratie en verdriet geuit over het uitblijven van gerechtigheid. Ondanks de veroordeling van voormalig president Desi Bouterse en zes anderen voor hun betrokkenheid bij de moord op vijftien prominente critici in 1982, blijft de voortvluchtigheid van Bouterse een open wond voor de nabestaanden.
Bouterse, een dominante figuur in de Surinaamse politiek gedurende decennia, verliet in 2020 het presidentsambt en werd vijf jaar geleden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Zijn falen om zich in januari bij de gevangenis te melden, leidde tot een internationale klopjacht en de uitgifte van Interpol Red Notices.
De druk op de Surinaamse autoriteiten neemt toe nu de families van de slachtoffers aandringen op de naleving van het vonnis en de arrestatie van Bouterse. Ze hebben een beroep gedaan op het Surinaamse parket en president Chandrikapersad Santokhi om alle beschikbare middelen in te zetten om Bouterse en zijn medeplichtigen te vinden en te arresteren.
De veroordeling van Bouterse werd gezien als een mijlpaal voor de rechtsstaat in Suriname, maar zijn huidige ongrijpbaarheid roept vragen op over de effectiviteit en vastberadenheid van de Surinaamse justitie. Reed Brody, een bekende Amerikaanse aanklager voor oorlogsmisdaden, benadrukt dat de situatie rondom Bouterse twijfels zaait over de wil en het vermogen van de Surinaamse autoriteiten om gerechtigheid te waarborgen.
Voor de families van de slachtoffers en voor Suriname als land blijft de kwestie een pijnlijk en onafgesloten hoofdstuk. De roep om gerechtigheid en de wens om een donkere periode in de Surinaamse geschiedenis af te sluiten, blijven onverminderd sterk.