Momenteel geldt een exportverbod op sopropo naar Nederland, aldus Prahlad Sewdien, minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). Tijdens de behandeling van de Wet Zesde Agrarische Telling in De Nationale Assemblee verklaarde de minister dat andere groenten uit Suriname nog wel geëxporteerd mogen worden.
Om te voldoen aan de strikte Europese normen, werkt Suriname nauw samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). “Een aantal mensen in Suriname is opgeleid tot voedselinspecteur, zodat zij beter kunnen toezien op de kwaliteit van de exportproducten,” gaf Sewdien aan. Hij voegde toe dat er trainingen zijn georganiseerd in samenwerking met het PTC, en dat enkele medewerkers naar Nederland zijn afgereisd voor diepgaande opleidingen.
Sewdien benadrukte dat het ook in het belang van Nederland is dat de export van Surinaamse groenten voortgezet wordt. “Het belangrijkste is dat wij ervoor zorgen dat de producten niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid in Nederland,” zei hij.
In juni 2021 stelde de Europese Unie, inclusief Nederland, een exportstop in voor verschillende Surinaamse groenten, waaronder boulanger, bitawiri, peper en antroewa. Dit verbod is inmiddels opgeheven, maar de export van sopropo blijft vooralsnog beperkt.
Volgens de minister zal de samenwerking met de NVWA en de verdere training van voedselinspecteurs bijdragen aan een blijvende verbetering van de kwaliteit en veiligheid van Surinaamse exportproducten. “Wij blijven ons inzetten om aan alle internationale eisen te voldoen en onze exportmogelijkheden te vergroten,” besloot Sewdien.