Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind waaraan Suriname zich heeft gecommiteerd, wordt om de vijf jaren getest op de toepassing. Er moet een rapportage worden samengesteld over de inspanningen rond de toepassing en uitvoering van dit verdrag. Hiervoor is Watra Human Rights Consultancy N.V aangetrokken en de bevindingen zullen worden verstuurd naar de UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties (VN).
In dit kader is het startsein gegeven voor de eerste vergadering met alle belanghebbenden op dinsdag 07 december in het Lalarookh gebouw om te komen tot het produceren van deze landelijke rapportage. Het betreft een samenwerking tussen het Bureau Rechten van het Kind (BRvK) via het ministerie van Sociale Zaken & Volkshuisvesting (SoZaVo) en de UNICEF. Onder de aanwezigen waren, SozaVo-minister Uraiqit Ramsaran en onderdirecteur Algemeen Maatschappelijk Zorg (AMZ), Chenaide Adidee.
Suriname is bij de vorige rapportages kritisch geweest over de voortgang en uitvoering van het Kinderrechtenverdrag. Zo kan de AM-onderdirecteur zich herinneren. Zij verwacht dit ook bij dit rapport. “Hoe kritisch we zijn naar ons zelf, is de eerste stap naar verandering van de situatie van onze kinderen,” aldus Adidee. Aan de belanghebbenden deed ze het verzoek om zich in te zetten voor onze kinderen en te geloven in de originaliteit van elk kind en de potentie die ze bezitten.
Zowel de overheid, als het maatschappelijk middenveld zal worden betrokken om met input en data bij te dragen aan het samenstellen van dit evaluatierapport. Hiervoor heeft Margo Waterval van het consultantbureau specifieke rapportage richtlijnen gepresenteerd aan de aanwezigen. Minister Ramsaran hecht veel waarde aan de totstandkoming van dit rapport en de bevindingen daarin. Hij geeft toe dat er de afgelopen jaren veel aandacht is besteed aan kinderen, maar dat er nog heel wat verbeterd moet worden.
Aan de belanghebbenden deed de minister een beroep om alle positieve en minder leuke zaken te belichten en die uitdagingen aan te gaan om verbetering te brengen in de positie van het kind. Het landenrapport moet uiterlijk mei 2022 worden gepresenteerd.