Voor het eerst beschikken meerdere dorpen in Boven-Suriname over een continue stroomvoorziening, dankzij de ingebruikname van nieuwe hybride zonne-energiesystemen. De installaties – een combinatie van zonnepanelen, batterijopslag en back-upgeneratoren – betekenen een historische stap in de verduurzaming van de energievoorziening in het binnenland, aldus minister van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) David Abiamofo.
De feestelijke overdracht vond plaats in het dorp Jaw Jaw, waar president Chandrikapersad Santokhi, vicepresident Ronnie Brunswijk en vertegenwoordigers van het ministerie en de Energie Bedrijven Suriname (EBS) aanwezig waren. Ook in de dorpen Kajapaati, Pambooko I en II, Gengeston, Lispaansi, Amakkakondre en Adawai zijn inmiddels moderne zonne-energiesystemen operationeel. Deze projecten maken deel uit van het EU/CIF-programma, gefinancierd door de Europese Unie en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank.
Een belangrijke mijlpaal werd verder bereikt met de ingebruikname van de Botopasi-cluster, een hybride energiecentrale die via een uitgebreid netwerk een reeks dorpen langs de Boven-Surinamerivier voorziet van 24 uur per dag stroom. Deze voorziening bedient onder meer Debike, Pikinslee, Futunakaba, Botopasi en Malobi.
Tijdens veldbezoeken aan dorpen als Dan, Malobi, Kambaloewa en Goejaba spraken delegatieleden van NH met traditionele gezagsdragers en bewoners over het verantwoord gebruik en onderhoud van de nieuwe installaties. Minister Abiamofo benadrukte hierbij de toewijding van de regering om niet alleen de stedelijke gebieden, maar ook het binnenland te voorzien van basisvoorzieningen als elektriciteit en schoon drinkwater.
Directeur Energie Valerie Lalji gaf aan dat verschillende uitbreidingsprojecten in volle gang zijn. Zo zijn inmiddels de bouw van de Cajana- en Djumu-cluster gestart, die tientallen extra dorpen zullen aansluiten op duurzame energiebronnen. Ook aan de Sarakreek-, Galibi- en Manlobi-clusters wordt gewerkt, waarmee de transitie naar hernieuwbare energie verder wordt versneld.
Volgens minister Abiamofo zijn deze ontwikkelingen een tastbaar bewijs dat duurzame vooruitgang mogelijk is, zelfs in de meest afgelegen gebieden van Suriname. Hij riep de gemeenschappen op om gezamenlijk zorg te dragen voor de nieuwe voorzieningen, zodat toekomstige generaties daar eveneens de vruchten van kunnen plukken.
