Als voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA) voel ik het als mijn plicht om op de Dag van de Arbeid, die al 135 jaar symbool staat voor het streven naar rechtvaardigheid en gelijkheid op de werkplek, stil te staan bij ons gezamenlijke doel. Vandaag eren we de onvermoeibare inzet van allen die hun harde werk hebben bijgedragen aan de opbouw van onze samenleving, en erkennen we de cruciale rol die zij spelen.
De geschiedenis van 1 Mei herinnert ons aan de offers die zijn gebracht voor gelijke arbeidsrechten, veilige arbeidsomstandigheden en andere fundamentele arbeidsvoorwaarden die essentieel zijn in een rechtvaardige samenleving. Elke bijdrage van arbeiders, die deel uitmaken van ons economisch bestel, is van onschatbare waarde, omdat hun toewijding de ruggengraat vormt van de ontwikkeling van onze natie. De opbouw van dit land is een gezamenlijke verantwoordelijkheid waar we allemaal aan bijdragen.
Toen in 1963 de Arbeidswet in DNA werd aangenomen, werden in Suriname de internationale arbeidsnormen van kracht voor alle arbeiders. Onlangs, op 27 en 29 februari, zijn de ontwerpwetten Ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs en de Wet Minimumloon met algemene stemmen aangenomen. Dit toont aan dat de volksvertegenwoordigers de belangen van hardwerkende Surinamers waarborgen.
Als voorzitter van DNA ben ik me zeer bewust van de vele uitdagingen waarmee arbeiders, met name in de dienstverlenende sector, worden geconfronteerd in deze tijd van technologische innovatie. Samen met mijn collega’s zal ik me blijven inzetten voor de bescherming van de arbeidsrechten. Laten we deze Dag van de Arbeid gebruiken als een kans om grensoverschrijdende solidariteit te tonen en ervoor te zorgen dat alle arbeiders het respect krijgen dat ze verdienen, zodat gelijkheid kan zegevieren.
