Diaspora is voor minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking het mobiliseren van capaciteit in de Surinaamse gemeenschap in het buitenland. De producten die moeten voortvloeien uit de diaspora zijn academische bijdrage, medisch toerisme, technische bijstand en meer.
Voor deze minister is de diasporagemeenschap “de vierde ontwikkelingspoot van Suriname”. De diaspora heeft al geruime tijd een bijzondere bijdrage geleverd door geldzendingen vanaf de onafhankelijkheid. Het moet zowel in Suriname als Nederland gestructureerd worden. Een diaspora unit op zijn Ministerie zal samenwerken met een soortgelijke eenheid in Nederland. Het moet volgens dezelfde visie zijn. Hier is een taak weggelegd voor de Surinaamse ambassadeur.
De diaspora mag niet gepolitiseerd worden. Het moet een duurzaam maatschappelijk initiatief zijn. Op de virtuele discussieavond van Kenniskring was Ramdin samen met Henri Ori, Henk Redmond, Kathleen Ferrier en Chander Mahabier gastspreker. Als vierde hulpbron moeten wij ook kijken naar de diaspora als het gaat om netwerken. Suriname moet hierbij aangeven wat het land nodig heeft en niet omgekeerd.
Uiteindelijk moet er een diasporabank ontstaan en specifieke doelgroepen waarmee men zal werken zoals seniorenburgers, jongeren, entrepreneurs etc. Er kan veel worden bereikt. De bijdragen in de gezondheidszorg zijn een voorbeeld hiervan.