Coronianen klagen dat hun district wordt verwaarloosd. Bermen en wegen worden niet onderhouden. Ray Donk hoort tot de Coronianen die het vertrouwen in de burgervader heeft opgezegd. Hij zegt dat het district veel problemen kent. Aanpak is nodig. Zij geven aan dat de weg richting het Coppenamegebied of de Oostwestverbinding niet wordt onderhouden. Het verkeer ondervindt daarvan last.
“De mensen zijn bang voor rancune en willen daarom niet massaal opkomen”, zegt Donk. “Als bevolking zien we elkaar dagelijks en eenieder klaagt over het beleid van de dc. De man kan liever opstappen want Coronie gaat niet vooruit onder dit beleid”, aldus de landbouwer.
Coronianen vinden dat de Oost-Westverbinding geasfalteerd moest worden. “Men heeft Coronie overgeslagen om Apoera te gaan asfalteren, terwijl daar niet bewoond is. Het bewoond gebied is overgeslagen door het ministerie van Openbare Werken”, klagen bewoners.
“In Coronie zijn er schoolkinderen die gebruik maken van de Johannes Graafweg en toch heeft de overheid deze weg niet aangepakt. We hebben geen probleem met het ontwikkelen van een gebied, maar laten we allemaal profiteren van de ontwikkeling. De weg is gedeeltelijk geasfalteerd en de mensen die daar wonen zijn aan hun lot overgelaten. De weg zit vol met gaten en verzakkingen,” maakt Donk verder duidelijk.
Dc Winter zegt desgevraagd dat de bewoners die klagen met een showproject bezig zijn. Hij maakt duidelijk dat Openbaar Groen en Regionale Ontwikkeling en Sport belast zijn met onderhoud van de bermen. Het bedrijf Oyo is daarvoor ingehuurd, maar de betaling aan dit bedrijf laat op zich wachten, en de gevolgen zijn duidelijk. “Ik kan hem dan niet sturen om te gaan maaien. In het contract staat dat het bedrijf om de drie maanden moet maaien.”
De burgervader stelt dat het de regering is die heeft bepaald dat de weg naar Apoera werd geasfalteerd. Hij bepaalt dat niet als burgervader. “Ik weet dat ik me werk moet doen en ik doe het naar eer en geweten”, zegt hij. Winter is er verder van overtuigd dat zij die klagen politiek willen scoren.
Bron: Suriname Herald