De governors van de Centrale banken van Zimbabwe, Bangladesh en Suriname hebben een D graad volgens het blad Global Finance uit New York. Al bijna dertig jaar geeft dit blad rapportcijfers aan governors van Centrale Banken en de Surinaamse Maurits Roemer kreeg een D. wat zoveel betekent als een brevet van onvermogen, een onvoldoende.
Bij de beoordeling wordt het Amerikaanse systeem gebruit dat gaat van A tot F, zoals ons puntensysteem van 10 naar 0 gaat. A is 10 en F is Failure, 0. De governors van de Centrale banken van Suriname, Zimbabwe en Bangladesh hebben een diepe onvoldoende omdat hun cijfers getuigen van een slecht beleid.
50% inflatie en meer
De governors van 102 landen over de hele wereld worden beoordeeld op verschillende prestaties. Hun vermogen om de inflatie in hun land te beheersen ten eerste. In Suriname is het tussen 53 en 64 % dat alles jaarlijks duurder wordt, dus van beheersing is geen sprake. Verder wordt ook gemeten economische groei (je inkomsten als land verhogen) wisselkoers stabiel hebben en betere rente tarieven voor productie. Uiteraard zijn ook voor de Centrale Bank van Suriname verlieslatende constructies als de OMO’s, uit den boze.
Verpaupering
Wat wij aan de lijve voelen in ons land als economische achteruitgang en regelrechte armoede blijkt overduidelijk uit de slechte rapportcijfers die de Centrale Bank van Suriname kreeg. De jaarlijks geld ontwaarding van tussen 53 en 64% brengt verpaupering met zich mee.
Er wordt van de regering uit ook niets gedaan aan productie, importvervanging en export bevordering. Bij zowel een personen huishouding als een staatshuishouding geldt dat je er financieel economisch goed voorstaat als je inkomsten hoger zijn dan je uitgaven. In Suriname hebben we juist meer uitgaven dn inkomsten.
We hebben te weinig export en verdienen als land te weinig dollars en euro’s en daarom moeten we steeds meer betalen voor goederen betaald met US dollars of euro’s. Vandaag bv. moeten we respectievelijk 38 en 40 srd betalen voor 1 euro en 1 dollar . De koers klimt steeds omhoog en is dus niet stabiel. De regering heeft de koers ondanks vele beloften daarover, niet onder controle.
Hogere schulden
De vele geimporteerde goederen worden onbetaalbaar duur door de op hol geslagen koersen en als land maken we nog steeds meer schulden dan we kunnen afbetalen. De vorige voorzitter van de Vereniging van Economen in Suriname, drs. Winston Ramautar heeft uitgerekend dat de schulden die nu gemaakt worden hoger zijn dan die van de vorige regering.
Dit in tegenstelling tot de beweringen van de Surinaamse financieele autoriteiten, dat het zo goed zou gaan met onze economie. Ook herschikking voor afbetaling van de vele schulden van de vorige regering is niet echt gelukt. Vele van onze Staatsuitgaven gaan naar rente, aan schuldenaflossing is in vele gevallen niet behoorlijk begonnen.
IMF maatregelen
De basis voeding prijzen blijven dagelijks maar stijgen en deze regering blinkt uit in het niet afbetalen van leningen uit het buitenland. Ook voor vele beroepsgroepen in Suriname is duidelijk dat de regering steeds laat is met het betalen van beloofde toelagen. Terecht klagen daarom de bushouders, de leerkrachten, de verpleegsters en andere geuniformeerde krachten.
De allerarmsten 120.000 Surinamers, 60plussers, gehandicapten en zwakke huishoudens krijgen nu een doekje voor het bloeden een koopkracht versterking van 1800 (=45 euro ongeveer) per maand. Soms is dat net genoeg om de met 100 tot 250% gestegen prijzen van nutsvoorzieningen als water, electriciteit, kookgas en telecommunicatie te betalen, terwijl gasoline en transportprijzen een probleem blijven.