De Vakcentrale C-47 ziet geen toekomst in een verlenging van het huidige programma met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Tijdens de Assemblee van de Arbeid maakte voorzitter Robby Berenstein woensdag duidelijk dat het karakter van het IMF haaks staat op de belangen van arbeiders. “Het IMF is geen ontwikkelingsorganisatie, maar een instrument van wereldpolitieke controle,” aldus Berenstein.
Volgens de vakbondsleider hebben maatregelen onder het IMF-programma weinig bijgedragen aan verbetering van de positie van werknemers. Hij noemde onder andere de verhoogde wisselkoers, die volgens hem niet heeft geleid tot betere koopkracht. Ook stelde hij dat het IMF geen belang heeft bij een stabiele en lage wisselkoers.
C-47 is daarnaast geen voorstander van de vroegtijdige uitbetaling van de Royalty’s voor Iedereen, een overheidsprogramma dat inkomsten uit olie wil verdelen onder de bevolking. “Er kan nog niet worden uitgegeven wat nog niet is verdiend. Dat geld moet duurzaam worden geïnvesteerd,” waarschuwde Berenstein met het oog op de toekomstige opbrengsten van Blok 58.
Veel bij C-47 aangesloten bonden zijn momenteel verwikkeld in moeizame onderhandelingen over collectieve arbeidsovereenkomsten. Berenstein wees op de zware impact van twee jaar aan 60 procent inflatie. “Wij eisen loonsverhoging bovenop die inflatie, en niemand moet ons zeggen dat unu e gi den man mankeri,” benadrukte hij.
Toch toonde hij zich genuanceerd: “De looneisen moeten in verhouding staan tot de financiële situatie van bedrijven.” Naast loonsverhogingen pleit C-47 voor belastingverlichting. Zo wil de vakcentrale de belastingvrije som optrekken naar SRD 15.000 en lagere tarieven voor overuren.
C-47 volgt ook de lopende onderhandelingen tussen de overheid en vakcentrale Ravaksur op de voet. “De uitkomsten zijn ook van invloed op enkele van onze aangesloten bonden,” verklaarde Berenstein.
Hij uitte kritiek op de houding van de overheid, die stelt dat belastingverlaging niet te combineren is met loonsverhoging voor ambtenaren. “Laat de overheid dan alternatieve inkomstenbronnen zoeken. Waarom wordt bijvoorbeeld niet onderzocht of goudinkomsten correct worden geïnd?” besloot hij.
